Verleden Tijd - Past Simple

2.2 GRAMMAR
Belangrijk:
Regelmatige werkwoorden (regel= ww+ed)
Onregelmatige werkwoorden op p. 243 (2e rijtje)
                                                            en deze vervelende:

Vragen (?) maken met DID.
Ontkenningen (-) maken met DIDN'T.


to be (zijn):
I am  >  I was  
you are  >  you were
she is  >  she was
he is  >  he was
it is  >  it was
we are  >  we were
they are  >  they were
Past Simple = verleden tijd
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

2.2 GRAMMAR
Belangrijk:
Regelmatige werkwoorden (regel= ww+ed)
Onregelmatige werkwoorden op p. 243 (2e rijtje)
                                                            en deze vervelende:

Vragen (?) maken met DID.
Ontkenningen (-) maken met DIDN'T.


to be (zijn):
I am  >  I was  
you are  >  you were
she is  >  she was
he is  >  he was
it is  >  it was
we are  >  we were
they are  >  they were
Past Simple = verleden tijd

Slide 1 - Slide

The Past Simple
             + zinnen

ondw.    ww + ed
        
Jim         played
We          walked
People   talked

ondw.      onr. ww. 2e rij
I                 thought
You           made
Our cats  slept
               - zinnen

ondw.      did not ww

Sarah       did not    play
They         did not    think
My sister did not    find
               ? zinnen

Did  ondw.         ww?    

Did  he                go?
Did  my friend  help?
Did  we               find?

Is gebeurt in het verleden en is afgelopen.

Slide 2 - Slide

Welke regel hoort bij de Past Simple (verleden tijd)?
A
ww + s
B
ww + ed
C
ww + ing
D
tweede rijtje van onregelmatige ww.

Slide 3 - Quiz

Welk werkwoord staat in de Past Simple (verleden tijd)?
A
looking
B
runs
C
bored
D
sang

Slide 4 - Quiz

Dus...
Past Simple = verleden tijd
Is in het verleden gebeurd.

Regel:
ww + ed
of
2e rijtje in lijst van onregelmatige ww.

Slide 5 - Slide

Wat is de verleden tijd van het ww?
walk

Slide 6 - Open question

Wat is de verleden tijd van het ww?
listen

Slide 7 - Open question

Wat is de verleden tijd van het ww?
change

Slide 8 - Open question

Wat is de verleden tijd van het ww?
pay

Slide 9 - Open question

Wat is de verleden tijd van het ww?
drink

Slide 10 - Open question

Wat is de verleden tijd van het ww?
speak

Slide 11 - Open question

Wat is de verleden tijd van het ww?
go

Slide 12 - Open question

Maar...

Je moet ook 
ontkenningen (-)
en vragen (?) 
kunnen maken in 
de verleden tijd met
het hulpje did (not).


               - zinnen

ondw.      did not ww

Sarah       did not    play
They         did not    think
My sister did not    find
               ? zinnen

Did  ondw.         ww?    

Did  he                go?
Did  my friend  help?
Did  we               find?

Slide 13 - Slide

Maak een juiste vraag (?) van deze zin:
"Brad lived in Amsterdam."

Slide 14 - Open question

Maak de zin ontkennend (-):
"I liked maths."

Slide 15 - Open question

Maak een juiste vraag (?) van deze zin:
"Her parents started a business."

Slide 16 - Open question

Maak de zin ontkennend (-):
"They went to Spain."

Slide 17 - Open question

Nog even over die vervelende...
Het werkwoord 'to be' is vervelend, want die zorgt altijd voor uitzonderingen:







        Bij 'to be' heb je het hulpje 'do' dus NIET nodig om - en ? zinnen te maken.
+ zin:
I was ...
you were ...
she was ...
he was ...
it was ...
we were ...
they were ...
- zinnen:
I was not ...
you were not ...
she was not ...
he was not ...
it was not ...
we were not ...
they were not ...
? zinnen:
Was I ...?
Were you ...?
Was she ...?
Was he ...?
Was it ...?
Were we ...?
Were they ...?

Slide 18 - Slide

Maak de zin ontkennend (-):
"She was a funny person."

Slide 19 - Open question

Maak een juiste vraag (?) van deze zin:
"It was a good day."

Slide 20 - Open question

Maak de zin ontkennend (-):
"They were in the park."

Slide 21 - Open question