1MH3e (les 1)

1MH3e (les 1)
Ik ken de uitgangen van werkwoorden in de tegenwoordige tijd en kan ze toepassen.
1 / 9
next
Slide 1: Slide
DuitsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 9 slides, with text slides.

Items in this lesson

1MH3e (les 1)
Ik ken de uitgangen van werkwoorden in de tegenwoordige tijd en kan ze toepassen.

Slide 1 - Slide

Ken je de uitgangen van haben en sein nog?
Gebruik 'i-d-e-w-i-s-S'

Slide 2 - Slide

Die Regel entdecken
- Maak opdr. 18

- Wat valt je op ?

- Kijk nu naar 'spielen' en 'heißen'. Zijn de uitgangen gelijk?

Slide 3 - Slide

Wat is het verschil tussen 'spielen' en 'heißen' ?
- sterk/zwak ? 

- waarom ?

Slide 4 - Slide

uitleg
- spielen: 
ich spiele auf dem Schulhof. (nu aan de gang)
ich spielte auf dem Schulhof. ( net gebeurd)
ich habe auf dem Schulhof gespielt. (op een exact moment in het verleden)

Slide 5 - Slide

uitleg sterk werkwoord
- heißen: 
ich heiße 'das Kaninchen'. (nu aan de gang)
ich hieß 'das Kaninchen'. ( net gebeurd)
ich habe 'das Kaninchen' geheißen. (op een exact moment in het verleden)

Slide 6 - Slide

Wat moet je onthouden?
i-d-e-w-i-s-S

(fe)e-st-t-en-t-en

Slide 7 - Slide

Hast du es verstanden?
klassikaal opdr. 19 maken

Slide 8 - Slide

Aufgabe 20
klassikaal spelen

Wat valt je op?

Slide 9 - Slide