B-VCA - B-VCA deel 3 - H5

• Burgerschapsonderwijs
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

B-VCA

B-VCA 3

5. JE LICHAAM BESCHERMEN

Welke PBM's zie je?

Maak opdracht 1 en 2

bladzijde 77 en 78

GEHOORBESCHERMING

Bladzijde 78 t/m 80

Sleep de omschrijvingen naar het goede plaatje.

Oordoppen die je maar 1 keer kunt gebruiken. Ze geven een maximale bescherming van 10 tot 15 dB(A).

Oordoppen die je vaker dan 1 keer kunt gebruiken. Ze geven een maximale bescherming van 10 tot 15 dB(A).

Oordoppen die speciaal zijn gemaakt voor jouw oren. Geven een  maximale bescherming van ongeveer 25 dB(A).

Maak opdracht 3 en 4

bladzijde 80 en 81

ADEMHALINGSBESCHERMING

Bladzijde 81 en 82

Wat is waar over de adembescherming op het plaatje?

1. Dit is afhankelijke adembescherming.
2. Dit is onafhankelijke adembescherming.
3. Deze adembescherming gebruik je vooral in besloten ruimten.
4. Deze adembescherming houdt gevaarlijke gassen tegen.

Maak opdracht 5

bladzijde 83

AFHANKELIJKE ADEMBESCHERMING UIT 2 DELEN

Bladzijde 83 t/m 86

Welke stoffilter moet je gebruiken?

Je werkt in de bouw. Er is veel schadelijke stof van gipsplaten.

Je werkt in een houtzagerij. Er is veel zaagsel.

Je werkt op een boerderij. Je bespuit gewassen met giftige onkruidverdelger.

P1

P2

P3

Maak opdracht 6

bladzijde 86

ONAFHANKELIJKE ADEMHALINGSBESCHERMING

Bladzijde 86 t/m 88

Je gaat een opslagtank in. Je draagt een verseluchtkap. 

De verse lucht komt in de kap door een slang uit een compressor.

Waar laat je de compressor?

1. Die draag je op je rug mee de opslagtank in.
2. Die neem je mee de opslagtank in en zet je daar neer.
3. Die zet je buiten de besloten ruimte neer.

Maak opdracht 7 en 8

bladzijde 88

BESCHERMENDE KLEDING

Bladzijde 89 en 90

Bekijk het filmpje.

• Wat vertelt de man over beschermende kleding?

https:

Wat is waar over de werkkleding op het plaatje?

1. Deze kleding doe je na gebruik in de wasmachine.
2. Deze kleding beschermt tegen gevaarlijke stoffen.
3. Deze kleding beschermt tegen vuil en vlekken.
4. Deze kleding beschermt tegen kou.

Mag de Inspectie SZW jou als werknemer om legitimatie vragen?

1. Ja
2. Nee

Maak opdracht 9

bladzijde 90

BESCHERMENDE KLEDING 2

Bladzijde 90 t/m 92

Sleep de omschrijvingen naar het goede plaatje.

Heeft een waterafstotende laag.
 Zo kan regen niet bij je lichaam komen.

Houdt de warmte van je lichaam vast. Dan kun je langer doorwerken als het koud is.

Heeft felle kleuren. Zo word je goed gezien. Bijvoorbeeld als je werkt aan de
 weg.

Maak opdracht 10 t/m 12

bladzijde 93

ERGONOMISCH WERKEN

Bladzijde 94 en 95

Vanaf hoeveel dB(A) ben je verplicht gehoorbescherming te gebruiken?

1. 70 dB(A)
2. 80 dB(A)
3. 85 dB(A)
4. 90 dB(A)

Maak opdracht 13 en 14

bladzijde 95 en 96

WERKHOUDING

Bladzijde 96 en 97

Bij welk soort werk hoort het?

Staand werk

Laag werk

Zittend werk

Moeilijk staand werk

Kantoorwerk achter een bureau

De vloer vegen met een bezem

Stof van een hoge plank vegen

Met een doekje een vetvlek op de vloer schoonboenen

Maak opdracht 15 en 16

bladzijde 97 en 98

TILLEN

Bladzijde 98 en 99

Noem een aandachtspunt voor tillen met een goede houding.

Maak opdracht 17 en 18

bladzijde 99 en 100

VEILIG SLOPEN

Bladzijde 100 en 101

een oud gebouw

Je gaat een oud gebouw met asbest slopen.

Welke adembescherming gebruik je?

1. Stoffilter P1
2. Stoffilter P2
3. Stoffilter P3
4. Verseluchtkap

Maak opdracht 19

bladzijde 101

GRAVEN

Bladzijde 101 en 102

Bij welk risico horen de voorbeelden?

Brand en explosie

Elektrocutie

Bedolven worden

Je raakt een gasleiding tijdens het graven.

Je bent aan het graven. De wand van de uitgraving stort in.

Je raakt een elektriciteitskabel tijdens het graven.

Maak opdracht 20

bladzijde 102

VEILIG GRAVEN

Bladzijde 102 en 103

Waarmee graaf je een proefsleuf?

1. 
2. 
3. 
4. 

Maak opdracht 21

bladzijde 104

VEILIG WERKEN IN EEN UITGRAVING

Bladzijde 104 en 105

Hoeveel ladders zet je in de uitgraving?

1. Geen 1
2. 1
3. 2
4. 6

Maak opdracht 22

bladzijde 105

VEILIG WERKEN BIJ OPENINGEN IN VLOEREN EN WANDEN

Bladzijde 106

Er zit een opening in de vloer. Deze dek je af met een houten plaat.

Op de randen van de plaat plak je een markeringsticker.

Welke 2 kleuren heeft deze sticker?

1. Groen en geel
2. Blauw en rood
3. Wit en oranje
4. Geel en zwart

Maak opdracht 23 t/m 25

bladzijde 107 en 108

       Leg het begrip uit.

Maak opdracht 26

bladzijde 108