herhaling rijtjes en bespreken tekst 6

benoem de vorm
Je krijgt steeds een vorm te zien uit de rijtjes die je hebt geleerd. Je benoemt de vorm: geeft naamval, het getal en het geslacht. 
je kunt dit gewoon afkorten, bijv: θεός : nom ev m
1 / 23
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

benoem de vorm
Je krijgt steeds een vorm te zien uit de rijtjes die je hebt geleerd. Je benoemt de vorm: geeft naamval, het getal en het geslacht. 
je kunt dit gewoon afkorten, bijv: θεός : nom ev m

Slide 1 - Slide

benoem de vorm θεάν

Slide 2 - Open question

benoem de vorm τέκνῳ

Slide 3 - Open question

benoem de vorm θεῶν (2x!)

Slide 4 - Open question

benoem de vorm μαχαῖς

Slide 5 - Open question

benoem de vorm θεάς

Slide 6 - Open question

benoem de vorm γυναικός

Slide 7 - Open question

benoem de vorm ἀσπιδα

Slide 8 - Open question

benoem de vorm πυρί

Slide 9 - Open question

benoem de vorm ἐσθητων

Slide 10 - Open question

benoem de vorm Ἕλληνι

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

nakijken ergon 5
hulpboek blz 105 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

tekst les 6
we gaan nu een stukje bespreken van de vertaling van tekst 6
Pak je tekstboek blz 33 en je schrift met de vertaling erbij!

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

wat wordt er verklaard?

Slide 18 - Open question

γαρ in regel 2
in de tweede regel staat het woord 'γαρ'
een zin met het woord γαρ geeft meestal ergens een verklaring voor.
Wat wordt hier verklaard? 
En wat is de verklaring?

Slide 19 - Slide

wat is de verklaring?

Slide 20 - Open question

μὲν... δὲ in regel 7 en 8
μὲν... δὲ geeft meestal een (soort van) tegenstelling aan tussen het eerste deel (met μὲν) en het tweede deel (met δὲ). 
Wat is hier de tegenstelling?

Slide 21 - Slide

wat is de tegenstelling?

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide