Soms slaagde één van de edelen erin om met geweld alle macht naar zich toe te trekken. Zo iemand, die op onwettige manier de alleenheerschappij in handen kreeg, heette een tiran. Tegenwoordig verstaan we onder een tiran een gewelddadige heerser, maar in de Griekse stadstaten kwamen goede en slechte tirannen voor. Een voorbeeld van een goede tiran was Pisistratus, die in 546 v.Chr met soldaten de macht greep in Athene. Hij maakte zich populair door de nijverheid te bevorderen en mooie gebouwen te laten bouwen. Pisistratus verbeterde ook de rechtspraak. Hij stelde rechters aan om op het platteland te beslissen over de toepassing van wetten. Tot die tijd was het rechtspreken buiten de stad in handen geweest van de edelen. Zo steunde Pisistratus de kleine boeren tegen de grootgrondbezitters. Na de dood van Pisistratus kwam de macht over Athene in handen van mijn zonen, maar zij maakten zich niet geliefd. De ene werd vermoord en de andere werd met de hulp van Sparta verdreven.