3 Marit rent 10 kilometer met een
gemiddelde snelheid van 150 meter per minuut. De afstand die ze nog moet
lopen berekent zij met de formule
10 000 – 150t = a. Hierbij is t de tijd in
minuten en a is de afstand die nog
afgelegd moet worden in meters.
a Leg uit hoe Marit aan de getallen in
deze formule komt.
b Hoeveel meter moet Marit na 30
minuten nog lopen?
c Na hoeveel minuten heeft ze 6 kilometer gelopen?
Los de vergelijking die bij deze vraag hoort op.
d Een week later train Marit weer en doet dan 1,5 uur over
12,6 kilometer. Met welke formule had zij voor deze training de
te lopen afstand kunnen berekenen?