9.6 Een zout herkennen

9.6 een zout herkennen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

9.6 een zout herkennen

Slide 1 - Slide

formatieve check
ga naar het practicumlokaal en doe de proef

Slide 2 - Slide

check
Kijk je opdrachten na. Ik kom controleren of je alles gemaakt hebt en je spullen mee.
De antwoorden kan je vinden in learnbeat
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Doelen
  • Je kunt een zout herkennen door onderzoek te doen naar het verschil in stofeigenschappen.
  • Je kunt van een aantal ionen opzoeken wat de bijbehorende vlamkleuring is.

Slide 4 - Slide

Geef de formule van IJzer(III)chloride

Slide 5 - Open question

Geef de formule van amoniumfosfaat

Slide 6 - Open question

Is deze stof goed oplosbaar?
ZnI2
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quiz

Geef de oplosvergelijking van
ZnI2

Slide 8 - Open question

Als je mini-oplosbaarheidstabel alleen maar g heeft. Wat krijg je dan?
A
Een heldere oplossing waarin alle ionen opgelost zijn
B
Een troebele suspensie waarin een slecht oplosbaar zout is ontstaan

Slide 9 - Quiz

Hoe zou je koperfosfaat uit een vloeistof kunnen halen?
A
indampen
B
extraheren
C
filtreren
D
adsorberen

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Video

koperionen zijn blauw

Slide 12 - Slide

ijzerionen zijn bruin

Slide 13 - Slide

Positieve ionen die verhit worden gaan licht uitzenden. Ieder ion zijn eigen kleur. 
(zie BINAS 38)

Slide 14 - Slide

verschil in oplosbaarheid
voorbeeld: natriumcarbonaat of calciumcarbonaat?

Doe een schepje in een reageerbuis, water erbij.
Troebel: calciumcarbonaat
Helder: natriumcarbonaat

Slide 15 - Slide

verschil in oplosbaarheid
voorbeeld: natriumfosfaat of natriumsulfaat?
Het verschil zit in het negatieve ion: PO43- of SO42-

Zoek een + ion dat met de ene wel en met de ander niet een neerslag vormt

Slide 16 - Slide

PO43-
 SO42-

Slide 17 - Slide

PO43-
 SO42-
Cu2+
g
s

Slide 18 - Slide

Met Cu2+ kan je dus verschil zien.
De leverancier van de  Cu2+ zou CuCl2 kunnen zijn (of Cu(NO3)2 of CuSO4 of ...)

Slide 19 - Slide

Aan de slag
LEES 9.6 een zout herkennen en MAAK de opdrachten

Slide 20 - Slide