9.6 Zout herkennen

Doel van de les
Je kunt een zout herkennen door een onderzoek uit te voeren

1 / 36
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Doel van de les
Je kunt een zout herkennen door een onderzoek uit te voeren

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Plan van deze les
Uitleg over 9.6 met LU

Lezen van 9.6 en maken van opdracht 1 tm 8 van 9.6

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

9.6 een zout herkennen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

leerdoelen
Je kunt een zout herkennen door onderzoek te doen naar het verschil in stofeigenschappen.

Je kunt van een aantal ionen opzoeken wat de bijbehorende vlamkleuring is

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Geef de formule van IJzer(III)chloride
timer
1:00

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Geef de formule van amoniumfosfaat
timer
1:00

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Is deze stof goed oplosbaar?
ZnI2
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Geef de oplosvergelijking van
ZnI2

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Als je mini-oplosbaarheidstabel alleen maar g heeft. Wat krijg je dan?
A
Een heldere oplossing waarin alle ionen opgelost zijn
B
Een troebele suspensie waarin een slecht oplosbaar zout is ontstaan

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Hoe zou je koperfosfaat uit een vloeistof kunnen halen?
A
indampen
B
extraheren
C
filtreren
D
adsorberen

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat kun je vinden in 9.6?
Soms is het niet duidelijk met welke soort zout of welke zoutoplossing je te maken hebt. Om een zout of zoutoplossing te herkennen, kun je het volgende doen:
 
1 Onderzoek de oplosbaarheid van het zout.
2 Kijk of je het zout of de zoutoplossing aan de kleur herkent.
3 Kijk of je een ionsoort herkent met behulp van een neerslagreactie.

4. Kijk naar de vlamkleur

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

verschil in oplosbaarheid
voorbeeld: natriumcarbonaat of calciumcarbonaat?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

verschil in oplosbaarheid
voorbeeld: natriumcarbonaat of calciumcarbonaat?

Doe een schepje in een reageerbuis, water erbij.
Troebel: calciumcarbonaat
Helder: natriumcarbonaat

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

verschil in oplosbaarheid & zout toevoegen


voorbeeld: natriumfosfaat of natriumsulfaat?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

verschil in oplosbaarheid
voorbeeld: natriumfosfaat of natriumsulfaat?
Beide zouten goed oplosbaar, beide zouten Na-zouten.
Het verschil zit in het negatieve ion: PO43- of SO42-

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Zout toevoegen
voorbeeld: natriumfosfaat of natriumsulfaat?
Het verschil zit in het negatieve ion: PO43- of SO42-

Zoek een + ion dat met de ene wel en de ander niet een neerslag vormt

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Zout toevoegen
voorbeeld: natriumfosfaat of natriumsulfaat?
Het verschil zit in het negatieve ion: PO43- of SO42-

Zoek een + ion dat met de ene wel en met de ander niet een neerslag vormt

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

PO43-
 SO42-

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

PO43-
 SO42-
Cu2+
g
s

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Met Cu2+ kan je dus verschil zien.
De leverancier van de  Cu2+ zou CuCl2 kunnen zijn (of Cu(NO3)2 of CuSO4 of ...)

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

koperionen zijn blauw

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

ijzerionen zijn bruin

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Positieve ionen die verhit worden gaan licht uitzenden. Ieder ion zijn eigen kleur. 
(zie BINAS 38)

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Vlamkleuring
Binas: 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

ZOUTEN
Zouten bestaan uit geladen deeltjes. Deze noemen we ionen.

Zouten zijn opgebouwd uit:
  • Positief geladen metaal-ionen EN
  • Negatief geladen niet-metaal ionen

Slide 26 - Slide

Denk aan ionenwisselaar
Doel van de les
Je weet wat ik van jullie verwacht op de toets van H9

Je kunt aan de hand van de pH uitleggen of een oplossing zuur, basisch of neutraal is
Je kunt verschillende indicatoren gebruiken om de zuurgraaf te bepalen

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Plan van deze les
Deel 1
 - Herhalen van de paragrafen van H9 en markeren wat belangrijk is voor de toets 

Deel 2 - Starten met H10 
- Introductie zelf maken
- Paragraaf 1 en 2 uitleg + toepassen

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Herhalen van H9
9.1 - oplossen en indampen van zouten

Eigenschappen zouten
Vergelijkingen
Oplosbaarheidstabel

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Herhalen van H9
9.2 - Zoutoplossingen bij elkaar brengen

Mini-oplosbaarheidstabel
Neerslagvergelijking
Tribune-ionen

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Herhalen van H9
9.3 - Een slecht oplosbaar zout maken

Blokschema's
2 zoutoplossingen kiezen

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Herhalen van H9
9.4 - ongewenste ionen verwijderen

Zware metaal-ionen
Oplossing kiezen
Filtreren

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Herhalen van H9
9.5 - Water winnen

Blokschema waterwinnen
Water ontharden
MAC - waarde en DH

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Herhalen van H9
9.6 - Een zout herkennen

Stofeigenschappen
Vlamkleuring
Puzzelen

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Wat komt er van H10 op de toets?

Paragraaf 1 - herhaling van vorig jaar
Paragraaf 2 en 3 - beetje nieuwe informatie
Paragraaf 4 - Zuur-base reacties
Niet - Paragraaf 5  - Titreren - Dit komt op een PO
Niet het PO in de toetsweek

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Deel 2
Maak de volgende onderdelen:
H10 - introductie
Lezen H10.1
H10.1 - 2, 3, 6, 8, 10

Ben je klaar? Laat het checken door mij en dan mag je gaan

Slide 36 - Slide

This item has no instructions