BK H1 - Spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Rick (sparen) veel, maar Joshua (besteden) al zijn geld aan snoep en games

1. spaard besteed
2. spaart besteedt
3. spaart besteet
4. spaart besteed

(Kunnen) je niet beter wat bewaren?
(vragen) Rick

1. Kun vraag
2. Kunt vraag
3. Kunt vraagt
4. Kun vraagt

Ik (worden) later directeur van een bank en dan (verdienen) ik veel geld.

1. word verdien
2. wordt verdien
3. word verdient
4. wordt verdiend

Hoe makkelijk was dit?

😒🙁😐🙂😃

00:18

Hoe maak je de stam van een werkwoord?

00:43

Welke letter zet je achter de stam om er een hij- of zij-vorm van te maken?

01:07

Wanneer valt de -t weer weg?

Handig om te onthouden

Stam en ik-vorm zijn niet hetzelfde!

Stam = hele werkwoord -en  (hakk, mak, verv)

Ik-vorm = soms een beetje aangepast (hak, maak, verf)

Stam en ik-vorm kunnen hetzelfde zijn, maar dat is niet altijd het geval!

Ik (vinden) dat helemaal niet leuk

1. vind
2. vindt

(Houden) dat maar lekker voor jezelf!

1. Houd
2. Houdt

Het (branden)!

1. brand
2. brandt

Aan de slag!

Klap je IPad dicht en ga aan de slag met opdracht 4, 5, 6, en 8 (blz. 59-61) 

Wat heb je onthouden van de uitleg van de vorige les?

Dictee

Aan het eind van een gewone zin

Aan het eind van een vraagzin

Na een uitroep of bevel

• Bij een opsomming
• In een samengestelde zin tussen 2 persoonsvormen
• Tussen bijvoeglijke naamwoorden

Punt

Vraagteken

Komma

Uitroepteken

Aanhalingstekens

• Als je iemand citeert (letterlijk opschrijft wat iemand zegt)

De leraar zei: ''pak je iPad en ga naar LessonUp.''

• Als je een stukje tekst van iemand anders letterlijk overschrijft

In de schoolregels staat: ''jassen dienen opgehangen te worden aan de kapstok.''

• Als je een woord speciale aandacht wilt geven

Hoe schrijf je ''creëren'' ook alweer?

Aan de slag! 

• Maak opdracht 12 en 13 (spelling H1)

Klaar? 

• Woordjes leren via Quizlet