Overleven in Europa, H3 MZG par 1

1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesdoel
  • Wat zijn de geografische kenmerken van het Middellandse Zeegebied?
  • Waarom is het zoutgehalte van de Middellandse Zee zo hoog?
  • Hoe kan de kenmerkende natuurlijke plantengroei in het Middellandse Zeegebied worden verklaard? 
  • Op welke manier bepaalt de natuurlijke omgeving de landbouw in het Middellandse Zeegebied?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Map

Kenmerken
  • Middellandse Zeeklimaat: Droge, hete zomers; milde, vochtige winters
  • Onregelmatige kustlijn
  • Nauwelijks eb en vloed

  • Warmer en zouter in vergelijking met zeeën met zelfde ligging

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Zeestromen

Slide 9 - Slide

Wat is de juiste combi
A
Zout water = licht Warm water = zwaar
B
Zout water = licht Warm water = licht
C
Zout water = zwaar Warm water = licht
D
Zout water = zwaar Warm water = zwaar

Slide 10 - Quiz

Temperatuur
Zoutgehalte

Slide 11 - Slide

Oorzaken
  • Middellandse Zee lange tijd binnenzee, na stijgen zeepeil liep de straat van Gibraltar onder water.
  • Straat van Gibraltar is erg ondiep en smal. Laat weinig water door. 
  • Water na 80 jaar geheel ververst.
  • Water is warmer -> verdampt meer -> zout blijft achter. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wat wordt er met een negatieve water balans bedoeld?

Slide 14 - Open question

Waterbalans
De waterbalans is negatief.
Er verdampt meer water, dan dat er via neerslag en rivieren bij komt. 

Waterpeil stabiel, door aanvoer water uit Atlantische Oceaan, Zwarte zee en Rode Zee

Slide 15 - Slide

Vegetatie

Slide 16 - Slide

Vegetatie
  • Aangepast aan extreme omstandigheden (droogte, brand, hoge temperaturen, reliëf, rotsachtige bodems)
  • Kleine naald- en leerachtige bladeren; tegengaan verdamping
  • Lange wortels; water uit diepere lagen
-> Voorbeeld: tijm

Slide 17 - Slide

Plantengroei
3 types:

1. Loofbomen:
  • lange wortels
  • Kleine leerachtige bladeren
  • Behouden blad tijdens droge periode. 

Slide 18 - Slide

Plantengroei
2. Bladverliezende struiken/ loofbomen
  • bloeien in voorjaar

Slide 19 - Slide

Plantengroei
3. Maquis
  • dicht struikgewas
  • Harde altijd groene bladeren
  • tussendoor bloeiende planten
-> garrigue: uitgedund 

Slide 20 - Slide

Landbouw

Slide 21 - Slide

Mediterrane akkerbouw
  • Droge akkerbouw: gehele jaar, laagland
            Cyclus: 1 jaar gebruiken, 1 jaar braak (, 1 jaar extensieve                                     veeteelt)
  • Boom- en struikencultuur: steilere, minder vruchtbare hellingen. 
  • Irrigatielandbouw: vlakkere, vruchtbaardere dalen aan de kust, 3 tot 5 oogsten per jaar, arbeids- en kapitaalintensief. 

Slide 22 - Slide

Veeteelt
  • Weinig economische betekenis
  • Extensief
  • Nomadisch (verdwijnt) of transhumance

Slide 23 - Slide

Wat begrijp je nog niet?

Slide 24 - Open question