Argumentatieve begrippen

Euripides' Bacchae 
Argumentatieve begrippen
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Euripides' Bacchae 
Argumentatieve begrippen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Want als wij zouden zeggen: “Jullie hebben geen gelijk, mensen, maar jullie vergissen je”, dan zouden zij misschien zeggen: “Protagoras en Socrates, (...) zeg ons dat eens.”

Welk type argumentatie zie je hier?
A
analogie
B
autoriteitsargument
C
fictieve opponent
D
syllogisme

Slide 3 - Quiz

Van welk type argumentatie maakt Kadmos gebruik in regel 337-342:
'Je ziet het ongelukkige lot van Actaeon, die de rauw vlees etende jonge honden die hij had grootgebracht, hebben verscheurd, omdat hij opgeschept had dat hij in jachtpartijen op de berghellingen beter was dan Artemis. Laat jij dat niet ondervinden; kom hierheen, en ik zal je hoofd bekransen met klimop.'

Slide 4 - Open question

Want jij, voordat de slachting van je dochter was uitgevoerd 1070 en toen jouw man pas van huis was vertrokken, verzorgde in de spiegel de blonde haarlok van je haar. En een vrouw die, wanneer haar man afwezig is uit huis, zich mooi maakt, schrijf die vrouw af als slecht (zijnde).

Wijs in deze passage een γνωμή aan.

Slide 5 - Open question

Herschrijf in eigen woorden de inhoud van de regels 1070-1073 γνώμη de premisse maior vormt. Noteer alleen de premisse
minor en de conclusie van het syllogisme.

Want jij, voordat de slachting van je dochter was uitgevoerd 1070 en toen jouw man pas van huis was vertrokken, verzorgde in de spiegel de blonde haarlok van je haar. En een vrouw die, wanneer haar man afwezig is uit huis, zich mooi maakt, schrijf die vrouw af als slecht (zijnde).

Slide 6 - Open question

‘ Waar is je zoon Orestes? Beschermt hij voor jou op mooie wijze je graf terwijl hij aanwezig is? ‘
335 Want het is schandelijk, als de vader de Trojanen heeft veroverd en/maar hij, in z’n eentje zijnde, niet één man zal kunnen doden, terwijl hij jong is en uit een betere vader.

In deze regels maakt Electra gebruik van een a-fortiori-redenering. Beschrijf deze a-fortiori-redenering in eigen woorden.

Slide 7 - Open question

Seneca, Epistula 80
Als je op het punt staat/ van plan bent een paard te kopen, beveel je het zadelkleed los te maken, je trekt de kleding af van slaven (die verkocht worden), om te voorkomen dat fouten/ gebreken van het lichaam verborgen blijven: beoordeel je een mens die omhuld/ bedekt is? Slavenhandelaren, wat er ook maar is wat (hun) niet bevalt, verbergen dit met een of andere verfraaiing, dus voor kopers zijn juist versieringen verdacht: of je een verbonden been of een (verbonden) arm zou zien, je zou bevelen dat ze ontbloot werden en dat het lichaam zelf aan jou getoond werd. Zie je die koning van de Scythen of Sarmaten getooid met een diadeem? Als je hem wilt beoordelen en helemaal wilt weten hoe(danig) hij is, maak (dan) zijn diadeem los. Waarom spreek ik over anderen? Als je jezelf grondig zult willen onderzoeken, verwijder (dan) je geld, huis, positie, bekijk jezelf van binnen: nu vertrouw je op anderen hoe je bent. Gegroet. 

Slide 8 - Slide

Van welk type argumentatie maakt Seneca hier gebruik?
A
analogie
B
autoriteitsargument
C
fictieve opponent
D
a-fortiori-redenering

Slide 9 - Quiz

In deze passage gebruikt Seneca een analogieredenering. Deze analogieredenering gaat als volgt: Zoals je een … (A) niet beoordeeld op zijn (B), zo beoordeel je een (C) niet op zijn geld, huis en baan (D).
Vul zelf de elementen A, B en C van de analogieredenering in het Nederlands.

Slide 10 - Open question

Bedenk zelf een voorbeeld van een a-fortiori-redenering.

Slide 11 - Open question

Werk het exemplum van Aktaionin regel 337-343 uit volgens het format:
Zoals ... zo ....

Slide 12 - Open question