Taal ok gr 6 persoonsvorm verleden tijd

1 / 18
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 6

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat is de persoonsvorm?

Slide 2 - Slide

De persoonsvorm is een werkwoord

> Een woord wat beschrijft wat iemand doet
Ramon fietst naar het winkelcentrum

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Hoe herken je een persoonsvorm?

Slide 5 - Slide

Een persoonsvorm herken je door:
(1) Een vraagzin te maken. 
De persoonsvorm komt dan vooraan te staan
Fietst Ramon naar het winkelcentrum?

Slide 6 - Slide

Een persoonsvorm herken je door:
(2) De tijd te veranderen
Het werkwoord dat veranderd is de persoonsvorm
Ramon fietste naar het winkelcentrum

Slide 7 - Slide

             Een persoonsvorm herken je door:
(3) De zin van enkelvoud naar meervoud te maken
Het werkwoord dat veranderd is de persoonsvorm
Ramon en ik fietsten naar het winkelcentrum

Slide 8 - Slide

Vandaag kijken we naar:
De persoonsvorm in verleden tijd:
Ramon fietste/ fietsten naar het winkelcentrum
De persoonsvorm in verleden tijd in meervoud en enkelvoud:
Ramon en ik fietste/ fietsten naar het winkelcentrum

Slide 9 - Slide

Gisteren (rennen) hij naar de bus
A
rende
B
renden

Slide 10 - Quiz

Vroeger (trainen) wij elke dag
A
trainde
B
trainden

Slide 11 - Quiz

Afgelopen zaterdag (oppassen) ik op mijn nichtje
A
Paste
B
Pasten

Slide 12 - Quiz

Hij (voetballen) goed dit jaar
A
voetbalde
B
voetbalden

Slide 13 - Quiz

De spelers van Ajax (voetballen) ook goed die wedstrijd
A
voetbalde
B
voetbalden

Slide 14 - Quiz

tt: tegenwoordige tijd
vt: verleden tijd

Slide 15 - Slide

Pelé: Braziliaanse voetballer
Pelé was een van de beste voetballers ooit . De club waar Pelé het langst voor speelde heette Santos FC.  Pelé vertelde ooit dat hij in 1950 samen met zijn vader naar een radioverslag van de finale van het wereldcup luisterde. Brazilië verloor, maar Pelé beloofde zijn vader dat hij de wereldcup zou winnen. Pelé won de wereldcup drie keer met Brazilië. Een aantal van zijn medespelers in het Braziliaanse team heetten Carlos Alberto, Rivelino, Gérson en Tostão. Bij het WK in 1966 trapte een verdediger van het Portugese team Pelé  na en hij raakte gewond. Brazilië verloor de wedstrijd met 3-1.  Pelé vertelde aan de pers dat hij nooit meer op een WK wou spelen, maar hij speelde door en won samen met het Braziliaanse team  het WK in 1970. Eén van de belangrijke doelpunten die Pelé maakte was een bal die hij in het doel van het Italiaanse team kopte in het WK in 1970.  

Slide 16 - Slide

Als de persoonsvorm van een zwak werkwoord in de verleden tijd staat, dan gebruik je +te(n) of +de(n). 
 stam+ te (enkelvoud)
stam+ ten (meervoud)
stam+ de (enkelvoud)
stam+ den (meervoud)
Eerst pak je dus de stam (ik-vorm) en daar zet je +te of +de achter. Daarna kijk je of het werkwoord in het meervoud of het enkelvoud staat, bij meervoud zet je er ook nog een 'n' achter. 



rennen

ik ren
ik rende
wij renden


fietsen

ik fiets
ik fietste
wij fietsten

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link