Oefentoets

• Biologie
• Speciaal Onderwijs
• Leerroute 1
• Leerroute 2

Oefentoets

Oefentoets voor morgen. 

Heeft het jonge dier hetzelfde genotype als het volwassen dier?

1. Ja
2. Nee

Pim heeft een broertje Thijs en een zusje Anna. Heen Pim, Thijs en Anna hetzelfde genotype?

1. Ja
2. Nee

Hoeveel chromosomen heeft een mannelijk geslachtscel?

1. 23
2. 46
3. 45
4. 48

Hoeveel chromosomen heeft een vrouwelijk geslachtscel?

1. 23
2. 46
3. 45
4. 48

Hoeveel chromosomen heeft een lichaamscel van een mens?

1. 48
2. 23
3. 46
4. 45

Is een albino een mutant?

1. Ja
2. Nee

Verandert bij de celdeling de informatie voor erfelijke eigenschappen?

1. Ja
2. Nee

Wat zijn mutagene invloeden?

Zijn er door klimaatverandering diersoorten uitgestorven?

1. Ja
2. Nee

Wat verandert er bij een mens als hij veel traint.

Wat verandert er bij een mens als hij veel traint.

Wanneer komt het genotype van een baby tot stand?

1. Bij de vorming van het eicel
2. Bij de bevruchting van de eicel
3. Bij de geboorte van de baby
4. Bij de productie van zaadcellen

Zet de levensvormen in de juiste tijdsvolgorde: Bacteriën, eencellige organismen, eenvoudige levensvormen, gewervelden, landplanten en meercellige organismen.

Techniek om met organismen producten te maken

1. Biotechnologie
2. Genetische modificatie
3. Recombinant- dna techniek

Techniek om het DNA van een organisme te veranderen.

1. Biotechnologie
2. Genetische modificatie
3. Recombinant- dna techniek

Techniek om gewenste erfelijke eigenschappen aan te brengen bij een organisme

1. Biotechnologie
2. Genetische modificatie
3. Recombinant- dna techniek

Welke schimmelsoort wordt gebruikt bij het maken van brood?

Einde

Boek b blz. 8 - 73