Erfelijkheid

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Erfelijkheid

Heeft het jonge dier hetzelfde fenotype als het volwassen dier?

1. Ja
2. Nee

Heeft het jongen hetzelfde genotype al het volwassen dier?

1. Ja
2. Nee

Pim heeft een broertje Thijs en een zusje Anna. Hebben Pim, Thijs en Anna hetzelfde DNA?

1. Ja
2. Nee

Kunnen door mutaties en geslachtelijke voortplanting organismen ontstaan met nieuwe genotypen?

1. Ja
2. Nee

Heeft een lichaamscel 46 chromosomen

1. Ja
2. Nee

Is een albino een mutant?

1. Ja
2. Nee

Verandert bij celdeling de informatie voor erfelijke eigenschappen?

1. Ja
2. Nee

Is straling of sigarettenrook een mutagene invloed?

1. Ja
2. Nee

John heeft veel getraind. Zijn spieren zijn hierdoor dik geworden.
Wat is er bij John veranderd?

1. Alleen zijn fenotype
2. Alleen zijn genotype
3. Zowel zijn fenotype als zijn genotype

Michelle en Nico praten over chromosomen.

Michelle zegt: Chromosomen zijn lange dunne draden.
Nico zegt: Chromosomen bevatten veel genen.
Wie heeft, of wie hebben gelijk

1. Alleen Nico
2. Alleen Michelle
3. Beide hebben gelijk

De Eicellen van deze plant bevatten 16 chromosomen.

Hoeveel chromosomen bevat een cel van een blad van deze plant?

1. 8
2. 16
3. 32

Wanneer komt het genotype van een baby tot stand?

1. Vorming van een eicel
2. Bevruchting van een eicel
3. Geboorte van een baby

Hugo zegt: Je genotype verandert als je ouder wordt.

Kevin zegt: De informatie van je oogkleur zit alleen in de cellen van je oog.
Wie heeft, of wie hebben gelijk?

1. Hugo heeft gelijk
2. Kevin heeft gelijk
3. Geen van beide hebben gelijk

In een laboratorium worden 2 cellen onderzocht.
Cel 1 - heeft 19 chromosomen
Cel 2 - heeft 20 chromosomen
Welke cel is een lichaamscel?

1. Cel 1
2. Cel 2