10.3 en 10.4

Kennen en kunnen
  • Wat is een zuur/base reactie
  • Wat is een titratie
  • Rekenen met een titratie
1 / 32
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Kennen en kunnen
  • Wat is een zuur/base reactie
  • Wat is een titratie
  • Rekenen met een titratie

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Zuur en Base reactie

Een zuur/base reactie is een reactie tussen een zuur en een base.

Je moet dus een zuur en een base hebben voor deze reactie.

Slide 3 - Slide

Leren !

Een zuur is een stof die opgelost in water H+ ionen afsplitst.


Er zijn een paar zuren die je moet kennen:

Zoutzuur, de oplossing van waterstofchloride (H+ en Cl-)

Zwavelzuur, de oplossing van waterstofsulfaat (2H+ en SO42- )

Salpeterzuur, de oplossing van waterstofnitraat (H+ en NO3- )

Alle zuren bevatten H+ ionen!!

Slide 4 - Slide

Leren !

Een base is een stof die waterstofionen kan opnemen.

Er zijn drie groepen zouten die basisch zijn:

  • Alle Hydroxide (een zout met OH- )
  • Alle Oxides (een zout met O2- )
  • Alle carbonaten (een zout met CO32- )

Daarnaast is ammoniak ook een base (NH3)

Slide 5 - Slide

Zuur/base reactie

Bij een zuur/base reactie reageert het zuurion (waterstofion) van het zuur met het negatieve ion van de base.

Er ontstaan neutrale stoffen (water en soms koolstof-di-oxide).

Daarom heet een zuur/base reactie een neutralisatie reactie

Slide 6 - Slide

Zuur/Base reactie de vergelijking

Ga op zoek naar het zuur en noteer hiervan alleen het zuurion voor de pijl.

Het zuur-ion is altijd de H+


Ga opzoek naar de base (--hydroxide, --oxide, --carbonaat of ammoniak)

Noteer het ion (of ammoniak) ook voor de pijl



Slide 7 - Slide

Mierenzuur reageert met natriumoxide. Leg uit of dit wel of geen zuurbase reactie is

Slide 8 - Open question

citroenzuur reageert met kaliumnitraat. Leg uit of dit wel of geen zuur/base reactie is

Slide 9 - Open question

kalk is calciumcarbonaat. Als je kalk weg laat halen met schoonmaakazijn spreek je dan van een neutralisatie reactie?

Slide 10 - Open question

Zoutzuur reageert met magnesium. Hierdoor verdwijnt het zuur. Leg uit of err hier spraken van een neutralisatie reactie is ?

Slide 11 - Open question

Noteer de reactievergelijking van de reactie van mierenzuur met natriumoxide

Slide 12 - Open question

Noteer de reactievergelijking van de reactie van zoutzuur met kalk

Slide 13 - Open question

Titratie
Een titratie is een analyse methode waarmee je de concentratie van een onbekend zuur kan berekenen.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Wat is de naam van H2SO4
A
zwavelzuur
B
zoutzuur
C
salpeterzuur
D
azijnzuur

Slide 16 - Quiz

Wat is de naam van HNO3
A
zwavelzuur
B
zoutzuur
C
salpeterzuur
D
azijnzuur

Slide 17 - Quiz

Wat is de naam van de oplossing van waterstofchloride
A
zwavelzuur
B
zoutzuur
C
salpeterzuur
D
azijnzuur

Slide 18 - Quiz

Is natronloog een zuur of een base
A
zuur
B
base
C
geen zuur en ook geen base

Slide 19 - Quiz

Is kalkwater een zuur of een base (zoek op in BINAS wat kalkwater is)
A
zuur
B
base
C
geen zuur en ook geen base

Slide 20 - Quiz

Is azijn een zuur of een base
A
zuur
B
base
C
geen zuur en ook geen base

Slide 21 - Quiz

Is Natriumfosfaat een zuur of een base
A
zuur
B
base
C
geen zuur en ook geen base

Slide 22 - Quiz

Is Ammonia een zuur of een base
A
zuur
B
base
C
geen zuur en ook geen base

Slide 23 - Quiz

Wat is de kenmerkende groep van een hydroxide?
A
O 2-
B
CO3 2-
C
OH -
D
NO3 -

Slide 24 - Quiz

12,00 ml natronloog reageert met 0,8 mg Azijnzuur.
Bij een titratie wordt deze natronloog gebruikt om Azijn met een onbekende concentratie te neutraliseren. De beginstand was 2,13 ml de eindstand was 38,52 ml.
Bereken hoeveel mg Azijnzuur was opgelost.
A
0,96 mg
B
0,12 mg
C
15,00 mg
D
2,43 mg

Slide 25 - Quiz

Bij een titratie wordt bepaald hoeveel mg mierenzuur er in een oplossing zit. Er wordt een base gebruikt waarvan bekend is dat 10,00 ml reageert met 0,34 mg mierenzuur.
De beginstand van de titratie is 12,12 ml en de eindstand is 36,26ml
Bereken hoeveel mg mierenzuur er in 1 liter van de oplossing zit.

Slide 26 - Open question

Huiswerk

Bekijk de filmpjes

Maak 98, 99, 104, 105, 106, 107, 108, 109, 110, 111, 112,113, 115, 116

Slide 27 - Slide

Kennen en kunnen
  • Je weet nu wat een zuur/base reactie is
  • Je weet nu wat een titratie is
  • Je kunt rekenen met een titratie

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video