H2 2.3 deel 2 en 2.4 / Breuken

Mobiele telefoon in de zak voor in de klas!

1 / 11

Slide 1: Slide

WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Lesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Mobiele telefoon in de zak voor in de klas!

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 2 - Getallen

Bespreken lesdoelen
Huiswerkcontrole
Terugblik: Voorkennis t/m 2.3 deel 1
Theorie: 2.3 deel 2 en 2.4
Zs/Zf
Afsluiting

Slide 2 - Slide

Lesdoel

Je hebt de laatste 3 leerdoelen van 2.3 en het leerdoel van 2.4 behaald, of

je weet wat je moet doen om deze te behalen.

Slide 3 - Slide

Huiswerkcontrole

Het huiswerk was:

2.3: Opdracht 33 t/m 42

Welke opgave(n) moeten we bespreken?

Slide 4 - Slide

Terugblik

Wat is de rekenvolgorde?
Hoe noemen wij het getal boven de breukstreek?
Hoe noemen wij het getal onder de breukstreep?
Hoe vereenvoudig ik een breuk?
Wat is een gelijknamige breuk?

\frac{​ 7 ​ ​}{​ 3 0 ​} + \frac{​ 5 ​ ​}{​ 3 0 ​} =

\frac{​ 1 2 ​ ​}{​ 6 0 0 ​} =

Slide 5 - Slide

2.3 deel 2: Breuken

De breuk is groter dan 1. Dat weet ik, omdat

Ik kijk dan naar wat er nog overblijft:

Dus als ik het gehele getal uit deze breuk haal krijg ik:

\frac{​ 1 7 ​ ​}{​ 1 5 ​}

\frac{​ 1 5 ​ ​}{​ 1 5 ​} = 1

\frac{​ 1 7 ​ ​}{​ 1 5 ​} - \frac{​ 1 5 ​ ​}{​ 1 5 ​} = \frac{​ 2 ​ ​}{​ 1 5 ​}

\frac{​ 1 7 ​ ​}{​ 1 5 ​} = 1 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 1 5 ​}

\frac{​ 6 7 ​ ​}{​ 2 3 ​} =

\frac{​ 4 3 ​ ​}{​ 1 0 ​} =

1 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​} =

4 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 7 ​} =

Slide 6 - Slide

2.3 deel 2: Breuken

Als je breuken die niet gelijknamig zijn wilt optellen, moet je ze eerst gelijknamig maken.

Breuken gelijknamig maken:

Vermenigvuldig de noemers met elkaar, dat wordt dan je nieuwe noemer.

Het getal waarmee je de noemer in de breuk vermenigvuldigt, daarmee moet je ook de teller in diezelfde breuk vermenigvuldigen.

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} - \frac{​ 1 ​ ​}{​ 5 ​} =

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 6 ​} + \frac{​ 3 ​ ​}{​ 8 ​} =

Slide 7 - Slide

2.3 deel 2: Breuken

Optellen met helen en breuken:

Tel de helen bij elkaar op.
Maak de breuken gelijknamig.
Tel de breuken bij elkaar op.
Vereenvoudig de opgetelde breuk.
Schrijf je antwoord op.

2 \frac{​ 5 ​ ​}{​ 6 ​} + 5 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 8 ​} =

Bij aftellen gaat dit hetzelfde.

Slide 8 - Slide

2.4: Breuken

Op een school zitten 500 leerlingen en van deze leerlingen zit

in de eerste klas.

Welke getal is het deel?
Welk getal is het geheel?
Hoeveel leerlingen zitten er in de eerste klas?

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​} \cdot 40 =

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 7 ​} \cdot 210 =

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 0 ​}

Slide 9 - Slide

Huiswerk

Maken:

2.3: Opdracht 43 t/m 51

2.4: Opdracht 52, 53, 54

timer

10:00

Huiswerk bespreken

Extra uitleg

Slide 10 - Slide

Lesdoel behaald?

Je hebt de laatste 3 leerdoelen van 2.3 en het leerdoel van 2.4 behaald, of

je weet wat je moet doen om deze te behalen.

Slide 11 - Slide

H2 2.3 deel 2 en 2.4 / Breuken

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

More lessons like this

2.3 deel 2 + 2.4 - klas 1M Breuken

H2: 2.3 / Breuken optellen en aftellen - 1MH

2022-09-16 ev Breuken

H2: 2.4 + 2.5 deel 1 / Breuken vermenigvuldigen en decimale getallen - 1MH

2022-09-16 ev Breuken

1 vwo 2.3 deel 1

2.3 breuken

wortels en machten