This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Oefenen voor de toets activiteiten
Zorgpad 11. Begeleiden van groepen
Slide 1 - Slide
Oefenen voor de toets
In deze les gaan we langs een aantal onderwerpen die in de toets gevraagd kunnen worden. Dit is geen garantie voor een voldoende, maar een opstap voor het halen van een voldoende.
Doe actief mee dan ben je een het leren voor de toets.
Slide 2 - Slide
Formele en informele groepen
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Is dit een
A
homogene groep
B
heterogene groep
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
Deze groep is een
A
Homogene groep
B
Heterogene groep
Slide 7 - Quiz
Er zijn verschillende soorten groepen
Is de volgende foto is een collectiviteit
een categorie of een groep
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
De foto van de vorige dia is een
A
Categorie
B
Collectiviteit
C
Groep
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
De foto van de vorige dia is een
A
Categorie
B
Collectiviteit
C
Groep
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
De foto van de vorige dia is een
A
Categorie
B
Collectiviteit
C
Groep
Slide 14 - Quiz
Geef een voorbeeld van hospitalisatie
Slide 15 - Open question
Waarom zijn er regels nodig? Noem er 3
Slide 16 - Mind map
Functies van regels
Ze maken de leefwereld overzichtelijk.
Ze bevorderen sociaal gedrag.
Ze geven de grenzen aan voor het gedrag.
Ze bieden houvast.
Ze bieden veiligheid.
Slide 17 - Slide
Conditionering
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Conformeren betekend?
Slide 20 - Mind map
Elke groep doorloopt verschillende fasen. Weet jij ze? (4)
Slide 21 - Open question
Antwoord
Wen en herkenningsfase
Macht en controle fase
Affectiefase
Ontslag of beëindigingsfase
Slide 22 - Slide
Er zijn functionele rollen in een groep en disfunctionele rollen
Zie het volgende filmpje
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
Er zijn verschillende functies om mensen in een leefgroep te laten wonen weet jij er één?
Slide 25 - Open question
Wanneer is er groepsinteractie?
Slide 26 - Mind map
Hoe kan je zorgvragers betrekken bij de organisatie van een activiteit?
A
Ik vraag tijdens de koffie of de zorgvragers mee willen doen met de activiteit.
B
één keer per jaar vragen we de bewoners wat ze willen doen voor activiteiten en daar houden we dan rekening mee.
C
We vragen de zorgvragers wat zij willen doen bij de activiteiten denk aan koffie inschenken, gastheer/ vrouw zijn .
Slide 27 - Quiz
Bij het organiseren van een activiteit heb je informatie nodig. Noem minimaal 3 punten
Slide 28 - Open question
Structuur is belangrijk is zijn 9 aandachtspunten die helpen bij het aanbieden van structuur. Hoeveel weet jij er? schrijf ze op.
Slide 29 - Mind map
Bij een groepsinterventie zijn er 3 stappen welke hoort er niet bij?
A
Een probleem zichtbaar maken
B
Je spreekt alleen de persoon met storend gedrag aan