Antwoorden huiswerk 118 en 119
Les 57 – Gedichten en hun betekenis
1 D
2 De ik-figuur is niet letterlijk stil, maar figuurlijk. Hij/zij zegt ook: stil in mij, dat is iets wat
de ik-figuur vanbinnen voelt en niet iets wat in de werkelijkheid zo hoeft te zijn.
3 Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: hij bedoelt dat hij zich leeg en alleen voelt.
4 Eigen antwoord.
5 a De ik-figuur is de echtgenoot van de vrouw uit het gedicht.
b De ik-figuur is thuis, waarschijnlijk in de stad. Er zijn dichtbij meerdere bushaltes en één
daarvan is vlakbij het ziekenhuis. Ziekenhuizen staan meestal in de stad.
c De ik-figuur kijkt zijn vrouw na wanneer zij naar de stad gaat.
d Zijn vrouw gaat naar (het centrum van) de stad.
e Dat doet ze vaker, de ik-figuur zegt namelijk “dan hoop ik altijd”. Daaruit blijkt dat het vaker
gebeurt.
6 De schrijver zegt hiermee dat hij graag naar zijn vrouw kijkt, dat hij haar mooi vindt
om te zien. Daarmee zegt hij dat hij van haar houdt.