9.4 Hersenen

1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Welk deel van de hersenen is verbonden aan het ruggenmerg?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam
D
Ruggenmerg

Slide 5 - Quiz

Wat is de functie van de hersenstam?
A
Zorgen voor belangrijke levensfuncties zoals hartslag en ademhaling
B
Zorgen voor coördinatie van alle bewegingen van je lichaam
C
Zorgen voor de verwerking van impulsen en daarna bewustwording

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Wat is de functie van de kleine hersenen?
A
Zorgen voor belangrijke levensfuncties zoals hartslag en ademhaling
B
Zorgen voor coördinatie van alle bewegingen van je lichaam
C
Zorgen voor de verwerking van impulsen en daarna bewustwording

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Wat is de functie van de grote hersenen?
A
Zorgen voor belangrijke levensfuncties zoals hartslag en ademhaling
B
Zorgen voor coördinatie van alle bewegingen van je lichaam
C
Zorgen voor de verwerking van impulsen en daarna bewustwording

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Je balanceert op één voet
A
hersenstam
B
kleine hersenen
C
grote hersenen
D
ruggenmerg

Slide 13 - Quiz

Je schrijft een briefje
A
hersenstam
B
kleine hersenen
C
grote hersenen
D
ruggengraat

Slide 14 - Quiz

Je hartslag versnelt
A
hersenstam
B
kleine hersenen
C
grote hersenen
D
ruggengraat

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Welke invloed hebben pijnstillers op het zenuwstelsel?
A
Hersenen kunnen impulsen niet verwerken
B
De schakelcellen in het ruggenmerg worden verdoofd
C
Impulsen vanuit de pijnzintuigen berijken de hersenen niet meer
D
Pijnprikkels komen niet bij de zintuigen aan

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Zintuigen werken minder goed en het reactievermogen neemt af.
A
Bewustzijnsveranderende middelen
B
verdovende middelen
C
stimulerende middelen

Slide 19 - Quiz

Hartslag en ademhaling gaan omhoog en de spieren spannen zich aan
A
Bewustzijnsveranderende middelen
B
verdovende middelen
C
stimulerende middelen

Slide 20 - Quiz

Verstoren je waarnemingen en veranderen je stemming
A
Bewustzijnsveranderende middelen
B
verdovende middelen
C
stimulerende middelen

Slide 21 - Quiz

Geven een gevoel van meer energie en zelfvertrouwen
A
Bewustzijnsveranderende middelen
B
verdovende middelen
C
stimulerende middelen

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Video

Slide 24 - Slide

Huiswerk
BB: Lees 8.3 maak opdracht 2, 4,  5, 7
KB: Lees 9.4 maak opdracht 5, 6, 7 en 8

Slide 25 - Slide