This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.
Items in this lesson
De bedrijvende en lijdende vorm
Zin 1: Het kind vangt de bal.
Zin 2: De bal wordt door het kind gevangen.
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Bedrijvend
Ibrahim kopt de bal.
________________________________
Rood is het onderwerp
Blauw is de persoonsvorm
Groen is het lijdend voorwerp
Lijdend
De balwordt gekopt door Ibrahim.
De balwordt door Ibrahim gekopt.
________________________________
kopt -> wordt gekopt
de bal -> wordt het onderwerp
Ibrahim komt achter door
Slide 3 - Slide
Dit moet je weten
Je maakt van een bedrijvende zin een lijdende zin door van de persoonsvorm een voltooid deelwoord te maken en de hulpwerkwoorden worden of zijn te gebruiken
Het lijdend voorwerpvan de bedrijvende zin wordt het onderwerp in de lijdende zin.
Het onderwerpvan de bedrijvende zin kom achter door te staan.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Is de zin bedrijvend of lijdend
1 - Anthony koopt een nieuwe game.
2- Dit spel wordt door zijn halve klas gespeeld.
3- Anthony bestudeerde de gebruiksaanwijzing.
4- Daarbij word door hem een Engels woordenboek gebruikt.
5- Level 3 wordt na een week gehaald
6- Anthony verbeterde ook zijn Engels behoorlijk
Slide 6 - Slide
Antwoorden vorige zinnen
1 - Anthony koopt een nieuwe game. - Bedrijvend
2- Dit spel wordt door zijn halve klas gespeeld. - Lijdend
3- Anthony bestudeerde de gebruiksaanwijzing. - Bedrijvend
4- Daarbij wordt door hem een Engels woordenboek gebruikt. - Lijdend
5- Level 3 wordt na een week gehaald. - Lijdend
6- Anthony verbeterde ook zijn Engels behoorlijk. -Bedrijvend
