Taal les 19

• Taal
• Basisschool
• Groep 8

Taal

Doel van de les:

de juiste tijd gebruiken bij het omzetten van 

bedrijvende zinnen naar lijdende zinnen

Hoe zat het ook alweer?

In een bedrijvende zin is het onderwerp actief, het voert de handeling van het gezegde uit. 

Bijvoorbeeld:

Ibrahim kopt de bal.

In een lijdende zin is het onderwerp niet actief, het voert niet de handeling van het gezegde uit.

Bijvoorbeeld:

De bal wordt door Ibrahim gekopt.

Voedsel wordt door de supermarkt aan de voedselbank geleverd.

1. Bedrijvende zin
2. Lijdende zin

Meester Jimmy filmde de blije kinderen.

1. Bedrijvende zin
2. Lijdende zin

Je maakt van een bedrijvende zin een lijdende zin door van de persoonsvorm een voltooid deelwoord te maken en het hulpwerkwoord worden te gebruiken.

Ibrahim kopt de bal.

De bal wordt door Ibrahim gekopt.

Jonas vult een schoenendoos.

Jonas pakt zijn favoriete knuffel.

Jonas voelt een beetje verdriet.

Zijn moeder gaf een nieuwe pennenset.

Jonas levert de schoenendoos in.

Een jongen in Malawi pakte de schoenendoos uit.

Nu gaan we het andersom doen:

verander de lijdende zin in een bedrijvende zin.

Een gevulde schoenendoos uit Nederland werd door Azibo ontvangen.

De doos wordt door Azibo bekeken.

De schoenendoos wordt meteen door Mesi geopend.

De schoenendoos werd door Saliza geruild met Dulani.

De blije kinderen werden door meester Jimmy gefilmd.

Kun je nu een bedrijvende zin omzetten in een lijdende zin? En andersom?

1. Ja
2. Nee

Maak lijdend:
De man beklimt de berg.