This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Burgerschap
ISK - periode 1
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
...weet je verschillende soorten huizen te benoemen en herkennen. (R)
...kan je de kamers in een huis benoemen. (R)
Slide 2 - Slide
Wat is wat?
Dikgedrukt = een begrip
schuin = moeilijk woord
uitleg van begrip
Hierin staat de uitleg van het begrip. Schrijf het begrip en de betekenis op in je schrift.
uitleg van moeilijk woord
Hierin staat de uitleg van het moeilijke woord. Schrijf het op in je schrift.
uitleg
Hierin staat de uitleg over een bepaald onderwerp.
Slide 3 - Slide
Een huis
Een huis is een plek waar mensen wonen.
Slide 4 - Slide
Twee huizen
Slide 5 - Slide
Vul het goede woord in. Jij woont in een ...
A
Huis
B
Huizen
Slide 6 - Quiz
Vul het juiste woord in. Er zijn veel verschillende soorten ...
A
Huis
B
Huizen
Slide 7 - Quiz
Soorten huizen
Er zijn veel verschillende soorten huizen.
Er zijn grote huizen, maar ook kleine huizen. Er zijn lange huizen, maar ook korte huizen. Je hebt veel huizen bij elkaar, maar ook huizen die los staan...
Slide 8 - Slide
Klein huis
Slide 9 - Slide
Groot huis
Noemen we ook wel een villa
Slide 10 - Slide
De flat
Veel huizen bij elkaar.
Slide 11 - Slide
Een rijtjeshuis
Een huis dat tussen andere huizen staat.
Slide 12 - Slide
Een kasteel
Een kasteel is een groot
huis met daar omheen een gracht
Slide 13 - Slide
Tweeondereenkap woning
Twee huizen onderéén dak.
Een kap is een dak.
Slide 14 - Slide
Drive-inwoning
Een huis met een garage op de begane grond. Op de eerste verdieping een woonkamer en een keuken. Op de tweede verdieping zijn de slaapkamers en de badkamer.
Slide 15 - Slide
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 16 - Open question
Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.