Deutsch am Morgen mit H3A

• Deutsch
• Secondary Education

Deutsch früh am Morgen mit H3A 

H3A - Mittwoch den 12. Oktober 

Das Programm für Heute

__________________

uitleggen - erklären

opgaves - Aufgaben

Kahoot check!

Uitleg

Seite 98/99

MODALVERBEN

Modale werkwoorden (Modalverben) zijn onregelmatige werkwoorden, die extra betekenis geven aan een zin.

Je drukt hiermee uit dat iets moet, mag, mogelijk of gewenst is, dat je iets lekker vind of ergens van houdt.

Konjugieren

.

Uitgang alleen in Plural en Singular du.  (Uitzonderingen: wollen / sollen)

Umlaut alleen in Plural

	dürfen	können	mögen	wollen	müssen	sollen
ich du er/sie/es	darf darf st darf	kann kann st kann	mag mag st mag	will will st will	muss muss t muss	soll soll st soll
wir ihr sie/Sie	dürf en dürf t dürf en	könn en Könn t könn en	mög en mög t mög en	w o ll en w o ll t w o ll en	müss en müss t müss en	s o ll en s o ll t s o ll en
voltooid deelwoord	ged u rft	gek o nnt	gem o cht	gew o llt	gem u sst	ges o llt

mogen

kunnen

lusten, aardig vinden

willen

moeten

moeten

Dit woord gebruik je in het Duits als je iets moet doen voor een ander.

1. Sollen
2. Müssen

Sollen!

Het woord sollen betekent net als mussen moeten  in het Duits.

Je gebruikt sollen alleen als je iets van iemand anders moet doen. 

Ich muss mein Zimmer aufräumen. (Jezelf)

Du sollst dein Zimmer aufräumen!  (Ander)

Ich (moet) jetzt zum Bahnhof fahren. Ich will nicht zu spät sein.

1. muss
2. mag
3. will
4. soll

Wir (kunnen) ein Eis kaufen.

1. konnen
2. können
3. wollen
4. mögen

(Houden van) du Rosenkohl?
Nein, weg damit!

1. kannst
2. willst
3. darfst
4. magst

             An die Arbeit!

Gruppe 1: Anna, Tobias, Sophie en Julia

Gruppe 2: Mohammed, Bas, Luuk en Vlinder

Gruppe 2: Dina, Made, Jade en Fleur

Gruppe 4: Alexander, Dinant, Lotte en Kees

create.kahoot.it

Dat was het voor vandaag!

Gibt es noch Fragen?