This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Wat is dat kredietwaardigheid?
timer
1:30
Slide 4 - Open question
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Voor het bepalen van de kredietwaardigheid voor een consumptieve lening moet er sprake zijn van een bestendig inkomen. Wat is dat: een bestendig inkomen?
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Voor het bepalen van de kredietwaardigheid voor een consumptieve lening kijk je naar het
A
Bruto maandinkomen
B
Netto maandinkomen
C
Bruto jaarinkomen
D
Netto jaarinkomen
Slide 12 - Quiz
Vakantietoeslag wordt meegenomen bij het bepalen van de kredietwaardigheid.
A
Ja
B
nee
C
Ik weet het niet
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Schulden + vermogen
Bezittingen
Slide 19 - Slide
De balans is
A
een overzicht van inkomsten en uitgaven
B
een overzicht van de financiële kringloop
C
een overzicht van bezittingen, schulden en vermogen
D
een overzicht van de financiële behoeften n.a.v. financiële kringloop