Paragraaf 7.4 kader 3

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

De staatsschuld van Nederland is op dit moment €368 miljard. 

Een overzicht van verwachte inkomsten en verwachte uitgaven van rijksoverheid voor het komende jaar. 

Toelichting op de rijksbegroting door de minister van Financiën over de gemaakte keuzes. 

Een schuld die is opgebouwd in alle jaren dat de overheid een begrotingstekort had en dus geld heeft moeten lenen van banken. 

Miljoenennota

Rijksbegroting 

Staatsschuld 

De overheid heeft aan inkomsten 680 miljard en aan uitgaven 600 miljard.
Wat is juist?

1. Overschot is 680 miljard
2. De overheid leent 600 miljard
3. Overschot is 80 miljoen .
4. Tekort is 80 miljoen.

Begrotingstekort

De overheid verwacht meer uitgaven dan inkomsten.

Begrotingsoverschot

De overheid verwacht meer inkomsten dan uitgaven

Wat is het verschil tussen directe en indirecte belastingen?

Wat is GEEN voorbeeld van niet-belastingontvangsten?

1. Aardgas
2. Boetes
3. Import
4. Staatsloterij

Stelling 1: De toelichting (miljoenennota) op de rijksbegroting wordt gegeven door de koning.  

Stelling 2: Een begrotingstekort is juist goed. 

Stelling 3: Accijns is een indirecte belasting. 

Stelling 4: Nederlandse spoorwegen (NS) is een staatsbedrijf.