H8.4_Protectie, vrijhandel en globalisering

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

H3 Overheid en buitenland

Je komt terug uit Engeland en hebt nog 150 pond over. De provisiekosten zijn €4. Hoeveel euro krijg je hiervoor terug?

1. €114,50
2. €117,50
3. €181,19
4. €185,97

Je gaat op vakantie naar Denemarken. Je koopt voor € 500,- Deense kronen. Als je terugkomt heb je nog 50 DK over en deze wissel je terug naar €. Hoeveel heeft deze vakantie mij gekost?

Nederlanders houden graag vakantie in het buitenland. Als ze met een buitenlandse vliegmaatschappij reizen dan is er sprake van:

1. export van goederen.
2. export van diensten.
3. import van goederen.
4. import van diensten.

Veel handelen met het buitenland heet:

1. open economie
2. gesloten economie
3. internationale economie
4. nationale economie

Protectie 

= Het beschermen van binnenlandse bedrijven tegen buitenlandse concurrentie (= tegengaan van import).

-----Door het beschermen van de binnenlandse bedrijven is er meer productie, meer werkgelegenheid en dus een hogere welvaart van eigen land-----

Protectie --- Hoe?

• Douanerechten of invoerrechten -> belastingen op buitenlandse goederen, deze worden hierdoor duurder en minder aantrekkelijk
• Importquota of importcontingenten -> beperkte hoeveelheid mag worden ingevoerd
• Importverboden -> NL: wapens en exotische dieren
• Kwaliteitseisen -> hoge eisen waardoor producten het land niet in mogen
• Exportsubsidies of belastingvoordelen -> hierdoor worden de exportgoederen in het buitenland goedkoper.

Gevolgen van protectie

• de import daalt
• de binnenlandse productie stijgt
• de binnenlandse werkgelegenheid stijgt
• de consumenten betalen een hogere prijs voor geïmporteerde producten

---> Landen binnen de Europese Unie betalen geen invoerrechten.

Vrijhandel

Vrijhandel wil zeggen dat er geen protectionistische handelsbelemmeringen bestaan

--> WTO (World Trade Organization) zet zich wereldwijd in voor vrijhandel

Vrijhandel

Globalisering

Globalisering

= Het proces van toenemende internationale handel wordt globalisering of mondialisering genoemd.

Voorbeeld globalisering:

Toyota, werelds grootste autoproducent, heeft fabrieken in 27 verschillende landen en hun auto’s worden in 160 landen verkocht.

Oorzaken Globalisering

• Handelsliberalisatie -> toegenomen vrijhandel
• Verbeterde en goedkopere ICT-toepassingen
  
• Sneller transport en lagere transportkosten
  
• Outsourcing en offshoring -> vb: verschil in loonkosten
• Toegenomen internationale arbeidsmarkt -> meer Nederlanders werken in het buitenland en omgekeerd
• Veranderde politieke wereldorde -> economische grenzen vervagen...

------> Outsourcing: Delen van de productie vinden plaats in het buitenland . 

------> Offshoring: Gehele productie wordt verplaatst naar het buitenland

Reflectie...

Probeer de volgende vragen te beantwoorden....

Wat hoort bij vrijhandel?

1. Contingentering
2. Exportsubsidie
3. Importheffing
4. Geen belemmeringen

vrijhandel betekent: vrij verkeer van

1. goederen, diensten, producten en transport
2. goederen, diensten, geld en werk
3. goederen, diensten, personen en kapitaal
4. personen, kapitaal, werk en goederen

Vrijhandel en protectionisme passen......

1. wel bij elkaar
2. niet bij elkaar

Globalisering is...

1. Het meer rond maken van de aarde.
2. Datgene produceren waar een land goed in is.
3. Het geven van subsidie aan duurzame landbouw
4. Toenemende vrije wereldhandel

Binnen de Europese Unie (EU) is er vrijhandel.
Kies welke invloed vrijhandel heeft op de concurrentie binnen de EU.

1. De concurrentie verandert niet door vrijhandel.
2. Er ontstaat meer concurrentie door vrijhandel.
3. Er ontstaat minder concurrentie door vrijhandel.
4. Deze heeft geen invloed.

Je komt terug van een vakantie in Zwitserland. Je hebt nog 1000 Zwitserse Frank over. Deze wissel je in voor Euro's. Hoeveel euro krijg je hiervoor? 

1. €877,65
2. €764,53
3. €1308,00
4. €1139,40

Globalisering kan zorgen voor economische groei, maar ook voor werkloosheid.
Daarover gaan de volgende zinnen.
1 Een bedrijf verhuist naar een lagelonenland om goedkoper te produceren.
2 Het wordt voor bedrijven makkelijker om in een ander land te produceren.
3 Nederlandse fabrieksarbeiders verliezen hun baan.
Wat is de juiste volgorde?

1. Globalisering → 1 → 3 → 2 → werkloosheid
2. Globalisering → 2 → 1 → 3 → werkloosheid
3. Globalisering → 3 → 2 → 1 → werkloosheid
4. Globalisering → 2 → 3 → 1 → werkloosheid

Je gaat terug naar Nederland en je hebt nog 25 Deense kronen over. Deze kronen wissel je weer om naar euro's. Hoeveel euro's ontvang je bij 25 Deense kronen?

1. €3,00
2. €8,11
3. €0,12
4. €3,08

                                       :8,11               x25

Euro                          1            0,12               3,08

Deense kronen      8,11       1                     25

                                       :8,11               x25

Door globalisering komt er steeds meer internationale arbeidsverdeling

1. onjuist
2. juist

In de Europese Unie (EU) is geen vrijhandel.

1. juist
2. onjuist

Een reclamespreuk uit 1933 was: ‘Koopt Nederlandsche waar, dan helpen wij elkaar’. Leg uit waarom deze spreuk haaks staat op vrijhandel. Wie help je met die spreuk wel en wie help je daarmee juist niet?

Een uitspraak die je vaak leest als het gaat om globalisering: ‘De wereld wordt steeds meer een dorp’.
Leg in je eigen woorden uit wat daarmee wordt bedoeld.

Huiswerk 

Maken oefentoets: 

opdrachten 3, 4, 6, 7, 9 en 12

Het afschaffen van invoerrechten leidt tot...

1. Minder concurrentie
2. Meer concurrentie

Vrijhandel betekend dat je

1. Geen belasting hoeft te betalen bij invoer
2. Dat je extra belasting moet betalen bij invoer

Kenmerken van de Europese Unie

• gemeenschappelijke regels in de verschillende landen
  
• vrijhandel (de EU heeft een interne markt)
  

Er is vrij verkeer van:

• goederen (vrijhandel)
  
• diensten (vrijhandel)
  
• personen (je mag in elk EU land wonen, werken en studeren)
  
• kapitaal (je kunt geld op een rekening in een ander EU-land zetten)