Welke balans tussen in -en ontspanning

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 1

Burgerschap 'Vitaal'

'Welke balans tussen in- en ontspanning' 

Lesdoelen

Aan het einde van de les:

Kunnen studenten het verschil uitleggen tussen inspanning en ontspanning.

Hebben studenten inzicht in hun eigen balans tussen inspanning en ontspanning.

Kunnen studenten voorbeelden noemen van manieren om een betere balans te creëren.

Hebben studenten geoefend met het bedenken van oplossingen voor balansvraagstukken.

Hoe zit je erbij?

Inhoud 

Lesdoelen – Wat gaan we leren?

Wat is balans? – Begrip van inspanning en ontspanning.

Waarom is balans belangrijk? – Theorie en risico’s van onbalans.

Reflectie-opdracht (individueel) – Jouw balans in kaart brengen.

Terugblik 

Werken aan individuele opdrachten 

Wat doe je aan inspanning?

Inspanning en ontspanning

Betekenis:

Inspanning: Activiteiten die energie kosten, zoals studeren, werken, sporten.

Ontspanning: Activiteiten die energie geven, zoals hobby's, vrienden zien, rust nemen.

Waarom is balans belangrijk?

Voorkomt stress en burn-out.

Verhoogt welzijn en productiviteit.

Hoe belangrijk vind jij ontspanning?

110

Theorie 

Chronische stress.

Gezondheidsklachten (slaapproblemen, vermoeidheid).

Stress-hersteltheorie (Kaplan):

Mensen hebben herstelmomenten nodig om te ontspannen en energie op te laden.

Praktische richtlijn:

Plan bewust tijd voor ontspanning, bijvoorbeeld 20% van je dag.

Wat heb je onthouden van het filmpje?

Opdracht: Reflecteer op je eigen balans (20 minuten)

Teken een balanswiel met verschillende vlakken (bijv. studie, werk, vrije tijd, hobby’s).

Kleur de vlakken in:

Rood: Activiteiten die energie kosten (inspanning).

Groen: Activiteiten die energie geven (ontspanning).

Vraag om over na te denken:

Hoe ziet jouw balans eruit?

Is deze in balans of niet?

Wat viel je op aan het balanswiel van je medestudent?

Cirkel van invloed

Individuele opdrachten 

Welke balans tussen in – en ontspanning

7.3: 1 + 2 + 3 + 4 + 5 + 6

Opdracht van vorige les afmaken. (Al af? Naar huis!)
 

Hoe zit je erbij?