Grammatica: zinsbouw 3

Zinsbouw
Hoofdzinnen
1-2-3-zinnen en 3-2-1-zinnen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Zinsbouw
Hoofdzinnen
1-2-3-zinnen en 3-2-1-zinnen

Slide 1 - Slide

Doelen
1)  Je kunt zinsdelen herkennen.
2)  Je kunt 1-2-3-zinnen en 
      3-2-1-zinnen maken.

Slide 2 - Slide

Doel: je kunt zinsdelen herkennen.
Uitleg zinsdelen
Een hoofdzin bestaat uit zinsdelen. 
Een zinsdeel is één woord of
een groep woorden die bij elkaar horen



Slide 3 - Slide

Doel: je kunt zinsdelen herkennen.
Uitleg
De persoonsvorm (pv) is een zinsdeel.
Het onderwerp (ond) is ook een zinsdeel.
In een hoofdzin staan de persoonsvorm
en het onderwerp altijd naast elkaar.
In een hoofdzin komt de persoonsvorm
bijna altijd op de tweede plaats.

Slide 4 - Slide

Doel: Je kunt zinsdelen herkennen.
Uitleg
Het onderwerp = 1
De persoonsvorm = 2
Een ander zinsdeel = 3
Voorbeeld

De leerling
gaat
vandaag
naar school.
1 onderwerp
2 persoonsvorm
3 ander zinsdeel
(tijd)
3 ander zinsdeel (plaats)

Slide 5 - Slide

Doel: je kunt 1-2-3-zinnen en 3-2-1-zinnen maken.

Voorbeelden






De tijd, manier en plaats kunnen ook in een andere volgorde staan.
Maandag
gaat
hij
met de bus
naar huis.
3 az (tijd)
2 pv
1 ond
3 az (manier)
3 az (plaats)
Hij
gaat
maandag
met de bus
naar huis.
1 ond
2 pv
3 az (tijd)
3 az (manier)
3 az (plaats)

Slide 6 - Slide

Doel: je kunt zinsdelen herkennen.
Opdracht
Hoeveel zinsdelen zie je? Tel de zinsdelen. Klik op het goede antwoord.

Slide 7 - Slide

De leerling gaat in de pauze naar de kantine.
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 8 - Quiz

De leerling sport nu met zijn vrienden op het sportveld.
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 9 - Quiz

Doel: je kunt 1-2-3-zinnen en 3-2-1-zinnen maken.
Opdracht
Maak 1-2-3-zinnen en 3-2-1-zinnen. 
Sleep de woorden naar de goede plaats.

Slide 10 - Slide

1 ond
2 pv
3 az
tijd
3 az
plaats
gaat
in augustus
naar een andere school
de leerling

Slide 11 - Drag question

3 az tijd
2 pv
1 ond
3 az
plaats
gaat
in augustus
naar een andere school
de leerling

Slide 12 - Drag question

3 az tijd
2 pv
1 ond
3 az
manier
3 az
plaats
met de bus
de vrienden
naar Spanje
in de vakantie
willen

Slide 13 - Drag question

1 ond
2 pv
3 az tijd
3 az
manier
3 az
plaats
met de trein
de familie
naar Frankrijk
in juli
wil

Slide 14 - Drag question

3 az tijd
2 pv
1 ond
3 az
manier
3 az
plaats
met haar vrienden
zij
naar een restau-rant
vrijdag-avond
gaat

Slide 15 - Drag question

Vragen?
1) Je kunt zinsdelen herkennen.
2) Je kunt 1-2-3-zinnen en 3-2-1-zinnen maken.

Heb je nog vragen?

Slide 16 - Slide

Terugkijken naar de doelen
1) Je kunt zinsdelen herkennen.
2) Je kunt 1-2-3-zinnen en 3-2-1-zinnen maken.
Vraag
Wat is de volgorde van een 1-2-3-zin?
Wat is de volgorde in een 3-2-1-zin?
Denk hier in stilte over na (halve minuut).
Bespreek het met de klasgenoot naast je (halve minuut).

Slide 17 - Slide

Ik kan zinsdelen herkennen.
A
Ik heb nog hulp nodig.
B
Ik kan het goed.

Slide 18 - Quiz

Ik kan een 1-2-3-zin en een 3-2-1-zin maken.
A
Ik heb nog hulp nodig.
B
Ik kan het goed.

Slide 19 - Quiz