3b-3-hh 3.1 t/m 3.3

Herhaling ordening 
basisstof 1 t/m 3
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Herhaling ordening 
basisstof 1 t/m 3

Slide 1 - Slide

Ordenen
Ordenen betekent
A
Het indelen van diersoorten in groepen
B
Het indelen van organismen in groepen

Slide 2 - Quiz

Celkenmerken
Het indelen van organismen gebeurt aan de hand van celkenmerken.
Ieder rijk heeft bepaalde celkenmerken wel of juist niet.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Zorg dat je deze celkenmerken weet!
  • Op basis van celkenmerken 

Slide 5 - Slide

Wat hebben plantaardige cellen dat dierlijke cellen niet hebben?
A
celkern
B
celwand
C
bladgroenkorrels
D
cytoplasma

Slide 6 - Quiz

Wat hebben bacteriën niet?
A
Celwand
B
Bladgroenkorrels
C
Celkern
D
Celplasma

Slide 7 - Quiz

Plant
Bacterie
Schimmel
Dier

Slide 8 - Drag question

Bacteriën - voortplanting
- door celdeling
- 1, 2, 4, 8 enz.
- snel! veel nieuwe bacteriën in
korte tijd! onder gunstige
omstandigheden kan een bacterie
zich elk halfuur delen.


 

Slide 9 - Slide

gist, eencellige schimmel, voortplanting: delen
Inktzwam, meercellig 
voortplanting: sporen 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Voortplanting meercellige schimmels
Voortplanting vindt plaats via sporen;
Sporen kunnen ook ontstaan in paddenstoelen.

Slide 12 - Slide

Planten

Slide 13 - Slide

Een plant is een organisme
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Dit zijn cellen uit een blad, kunnen deze cellen aan fotosynthese doen?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Planten groepen
  1. algen of wieren
  2. spoorplanten: varens - mossen
  3. zaadplanten: bomen - struiken 

Slide 16 - Slide

wieren/algen
De meeste wieren groeien in het water.
 Ze hebben geen wortels, geen stengels, geen bladeren en geen bloemen.

Ze kunnen eencellig zijn of veelcellig.
Eencellig: boomalg
Veelcellig:kranswier en blaaswier

Slide 17 - Slide

Welke stam van het plantenrijk heeft geen wortels, stengels, bladeren of bloemen?
A
Wieren/algen
B
Sporenplanten
C
Zaadplanten

Slide 18 - Quiz

Sporenplant

Planten zich voort met sporen



Mossen

Varens

Sporen?
Sporen zijn geen zaden, maar wel dè manier voor sporenplanten om zich te vermeerderen. 

Slide 19 - Slide

Deze planten hebben ...
A
bloemen en wortels
B
bloemen en bladeren
C
bladeren en wortels
D
bloemen, bladeren en wortels

Slide 20 - Quiz

Zaadplanten
De meeste planten die je kent zijn zaadplanten

Zaadplanten hebben:
- Bloemen
- Vruchten en zaden

Slide 21 - Slide

Voorbeelden van zaadplanten
Bomen, maar ook struiken zijn zaadplanten
ook gras is zaadplant

Slide 22 - Slide

Zaadplanten

Zaadplanten  

Slide 23 - Slide

Oefenvragen

Slide 24 - Slide

Noem de 4 rijken waar wij naar hebben gekeken tijdens de lessen

Slide 25 - Open question

Welk RIJK heeft deze eigenschappen:
geen bladgroen-geen celkern-wel een celwand

Slide 26 - Open question

Bij welk RIJK hebben de cellen géén CELWAND?

Slide 27 - Open question

Bij welk RIJK hoort dit organisme?
A
Bacteriën
B
Schimmels
C
Geleedpotigen
D
Dieren

Slide 28 - Quiz

Bij welke groep van het plantenrijk hoort deze plant?
A
wieren (algen)
B
sporenplanten
C
zaadplanten

Slide 29 - Quiz

Een organisme met bladgroenkorrels is een:
A
schimmel
B
bacterie
C
dier
D
plant

Slide 30 - Quiz

Naaktzadig of bedektzadig?
A
Naaktzadig
B
Bedektzadig

Slide 31 - Quiz

Hoe noem je een groep organismen die vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen?
A
Ras
B
Soort
C
Rijk

Slide 32 - Quiz

Dierlijke en plantaardige cellen
Alleen plantaardige cellen
Bladgroenkorrel
Celkern
Celwand
Celmembraan
Celplasma
Vacuole

Slide 33 - Drag question