Who, Which, Whom, Whose, That
Who = verwijst naar mensen --> This is the man
who stole my dog.
Whom = verwijst naar mensen direct na een voorzetsel --> The woman to whom John is talking is famous.
Which = verwijst naar dieren of dingen --> This is the cat which I got for my birthday.
Whose = verwijst naar bezit van een persoon --> He is the man whose guitar was stolen.
That = verwijst naar mensen, dieren of dingen en kan NIET gebruikt worden als er komma's staan --> This is the man that helped me yesterday.
Weglaten = bij bijzinnen zonder komma en een ander woord is het onderwerp --> That is the song I have written.