Les 1 Stoffen in huis

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 2 Stoffen

Paragraaf 2.1 - Stoffen thuis

Stofeigenschappen

Stoffen ordenen

Etiketten herkennen

Olifanten pasta - demonstratie door TOA munuel

Stofeigenschappen

Ik heb hier 2 potjes?

Hoe weet ik nu wat er in zit?

Kleur, smaakt.

Hoe weet ik met welke stof ik te maken heb?

Stofeigenschappen

1. Een stof kun je herkennen aan zijn stofeigenschappen.
2. Stofeigenschappen kun je waarnemen met je zintuigen.
3. Stofeigenschappen kun je niet veranderen.

Voorbeelden van stofeigenschappen

1. Kleur 
2. Geur
3. Smaak 
4. Brandbaarheid
5. Geleidbaarheid
6. Dichtheid
7. Smelt en kookpunt

Geen stofeigenschap

Vorm en volume zijn geen stofeigenschap

Kleur is een stofeigenschap. Maar als ik ergens overheen verf, verander ik dan de stof? 

Antwoord: Nee je neemt dan de verf waar met zijn eigen stofeigenschappen. 

Wasbenzine en water

Manuel zet 2 reageerbuisjes klaar. 1 met water 1 met wasbenzine. De volgende vragen gaan hierover. 

Hoe kunnen we erachter komen wat wat is?

Leerlingen pakken hun laptop en loggen in Lessonup 

Welke stofeigenschap hebben deze stoffen het zelfde.

1. Vorm
2. Kleur
3. Geur
4. Brandbaarheid

Waarin verschillen de stoffen van stofeigenschap?

1. Kleur
2. Doorzichtigheid
3. Vorm
4. Brandbaarheid

Testen van de brandbaarheid 

Manuel kan dmv van het benzinekanon laten zien wat water is en wat wasbenzine

Je hebt een onbekende stof. De stof is doorzichtig en breekbaar. Welke stof heb je?

1. Water
2. IJzer
3. Plastic
4. Glas

Water

Zand

Olie

Bruin, geleid geen stroom, Niet brandbaar

Geel, brandbaar, heeft smaak

Smaakloos, doorzichtig, niet brandbaar

Stoffen in delen in groepen

Per soort worden groepen geordend

Groepen niet samen bewaren

Sommige groepen moeten bewaard worden onder bepaalde condities. 

Etiketten

Brandbaar

Giftig

Schadelijk

Huiswerk 

Basis: Blz 65 opdracht 1 t/m 8

 

Kader: paragraaf 2.1

Opdracht 1 t/m 11,  Opdracht 5 niet

Gemengd  14 ook.