Di 15 februari 't kofschip

Hoe werkt 't kofschip X
bij het voltooid deelwoord

De stappen
Voorbeeld
1. Je hebt een werkwoord
missen
2. je neemt de 'stam'
dat is het hele ww -en
dus 'miss' 
3. Wat is de laatste letter van de stam?
de laatste letter van miss = s
4. Zit deze letter in 't kofschip X?
ja     dan t
5. Voltooid deelwoord (vdw) is dan 
Hij heeft gemist.
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoe werkt 't kofschip X
bij het voltooid deelwoord

De stappen
Voorbeeld
1. Je hebt een werkwoord
missen
2. je neemt de 'stam'
dat is het hele ww -en
dus 'miss' 
3. Wat is de laatste letter van de stam?
de laatste letter van miss = s
4. Zit deze letter in 't kofschip X?
ja     dan t
5. Voltooid deelwoord (vdw) is dan 
Hij heeft gemist.

Slide 1 - Slide

't kofschip X

Slide 2 - Slide

Hoe werkt 't kofschip X
bij het voltooid deelwoord
De stappen
Voorbeeld
1. Je hebt een werkwoord
verhuizen
2. je neemt de 'stam'
dat is het hele ww -en
dus 'verhuiz' 
3. Wat is de laatste letter van de stam?
de laatste letter van verhuiz = z
4. Zit deze letter in 't kofschip X?
nee    dan d
5. Voltooid deelwoord (vdw) is dan 
Ik ben verhuisd.

Slide 3 - Slide

't Kofschip
verwennen  
stap 1 - hele werkwoord - en = verwenn
stap 2 - laatste letter = n
stap 3 - Niet in ’t kofschip, dus schrijf je verwend.

Slide 4 - Slide

't Kofschip
missen
stap 1 - hele werkwoord - en = miss
stap 2 - laatste letter = s
stap 3 - Wel in ’t kofschip, dus schrijf je gemist.


Slide 5 - Slide

Hoe werkt 't kofschip X

De stappen
Voorbeeld
1. Je hebt een werkwoord
niezen
2. je neemt de 'stam'
dat is het hele ww -en
dus 'niez' 
3. Wat is de laatste letter van de stam?
de laatste letter van niez = z
4. Zit deze letter in 't kofschip X?
nee     dan +de(n)
5. Neem de 'ik-vorm' van het ww +de(n)
nies+de(n)

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

't kofschip (en fokschaap en al die anderen) gebruik je alleen in de verleden tijd.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Om de persoonsvorm te vervoegen met 't kofschip,
A
moet je de ik- vorm gebruiken
B
moet je de hij-vorm gebruiken
C
gebruik je het hele werkwoord zonder en
D
gebruik je het hele werkwoord

Slide 9 - Quiz

Bij het voltooid deelwoord gebruik je...
A
stam +t
B
t kofschip

Slide 10 - Quiz


´t kofschip x
Hij heeft in zijn leven veel ...


A
gereist
B
gereisd
C
gerijst
D
gerijsd

Slide 11 - Quiz

Zit de laatste letter van de stam in
't ex-kofschip, dan doe je
A
ik-vorm + te(n)
B
ik-vorm + de(n)

Slide 12 - Quiz

De regel van 't ex-kofschip gebruik je bij......
A
klankveranderende werkwoorden
B
klankvaste werkwoorden

Slide 13 - Quiz

Je gebruikt 't kofschip bij:
A
Sterke werkwoorden
B
Zwakke werkwoorden

Slide 14 - Quiz

De stam van beloven is …belov..

De ….…….… zit (wel/niet) in ’t kofschip, dus

A
wel
B
niet

Slide 15 - Quiz


Zit de laatste letter van de stam in het 't ex kofschip?
verven
A
Ja, de f zit erin.
B
Nee, de v zit er niet in.

Slide 16 - Quiz

Je gebruikt 't ex-kofschip of 't sexy fokschaap als ezelsbruggetje bij de vervoeging van werkwoorden in de:
A
tegenwoordige tijd (tt)
B
verleden tijd (vt)

Slide 17 - Quiz

Zet de stappen van 't kofschip in de goede volgorde 
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Controleer of de laatste letter (medeklinker) in 't kofschip zit of niet
Kijk naar de laatste letter van de stam
Neem de stam van het werkwoord
Medeklinker wel in 't kofschip? >schrijf +te(n)
Medeklinker niet in 't kofschip? >schrijf +de(n)

Slide 18 - Drag question

Huiswerk voor do 17 febr
Spelling blok 4

maken opdr. 16 t/m 18 blz. 177

Slide 19 - Slide