What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
6.5 Inkomsten van de overheid en 6.6 prinsjesdag
Ga rustig naar je plek. Pak je boek en ga rustig lezen
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quiz
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Ga rustig naar je plek. Pak je boek en ga rustig lezen
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
Behandelen Hoofdstuk 6 paragraaf 5 (10 min)
Behandelen Hoofdstuk 6 paragraaf 6 (10 min)
zelfstandig werken (25 min)
Wat hebben we geleerd (5 min)
Slide 2 - Slide
6.5. Inkomsten van de overheid
Slide 3 - Slide
Hoe komt de overheid aan geld?
Slide 4 - Mind map
Aan het eind van deze paragraaf kun je:
uitleggen welke
inkomsten
de overheid heeft.
uitleggen welke soorten
belastingen
er zijn er voor wie
belasting toegevoegde waarde (btw) uitrekenen
uitleggen wat
accijns
is en waarom het bestaat.
uitleggen wat
niet-belastingmiddelen
zijn.
Wat gaan we leren?
Slide 5 - Slide
Inkomsten overheid
Inkomsten van de overheid
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Belasting
is de
verplichte bijdrage
die
bedrijven en burgers aan de overheid
betalen.
Directe belasting
is belasting die je
rechtstreeks aan de belastingdienst
betaald (inkomen, winst en vermogen).
Indirecte belasting
is belasting die je niet
rechtstreeks (indirect) aan de
belastingdienst betaald (btw).
Directe en indirecte belastingen
Loonbelasting
Inkomstenbelasting
Vennootschapsbelasting
Omzetbelasting (btw)
Accijns
Slide 8 - Slide
Belasting toegevoegde waarde
is de
belasting die consumenten betalen bij de
aankoop van goederen en diensten.
De klant betaalt dit bij aankoop aan de
winkel en de winkel betaalt aan de
Belastingdienst.
Er zijn drie percentages:
9 %
(laag tarief) en
21 %
(hoog tarief) en 0% (nultarief).
Indirecte belasting - BTW
Slide 9 - Slide
De kapper berekent
€25 exclusief BTW
voor een knipbeurt. De kapper valt onder het lage BTW tarief van 9%.
Hoeveel kost een knipbeurt
inclusief
BTW?
De klant betaalt voor een nieuwe fiets € 719,95 inclusief BTW. Het BTW percentage is 21%.
Hoeveel kost deze fiets
exclusief
BTW?
BTW berekenen
Slide 10 - Slide
Accijns
is belasting waarmee de
overheid de consumptie van een
product probeert af te remmen /
te ontmoedigen.
Indirecte belasting - accijns
Slide 11 - Slide
Vennootschapsbelasting
is
belasting die bedrijven, zoals bv's
en nv's
(
rechtspersonen)
betalen
over hun nettowinst.
Rechtspersonen
zijn bedrijven of
instellingen die zelfstandig
rechten en plichten heeft, los van
personen.
ZZP'ers en eenmanszaken niet.
Directe belasting - vennootschapsbelasting
Slide 12 - Slide
Groothandel IJzerwaren BV betaalt vennootschapsbelasting over een jaarwinst van € 120.000.
Bereken de vennootschapsbelasting met behulp van de afbeelding hiernaast.
Directe belasting - vennootschapsbelasting
Slide 13 - Slide
Inkomstenbelasting
is de belasting die mensen betalen over hun inkomen.
Bij inkomsten horen:
- loon - pacht
- rente - winst
- huur - inkomsten in natura
Directe belasting - Inkomstenbelasting
Slide 14 - Slide
Niet-belastingmiddelen
zijn alle
overige inkomsten van de overheid (geen belasting/premie).
Voorbeelden:
- boetes
- aardgas opbrengsten
- leges op paspoorten
- opbrengsten uit staatsdeelnemingen.
Niet-belastingmiddelen
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
6.6. Prinsjesdag
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Aan het eind van deze paragraaf kun je:
uitleggen wat Prinsjesdag is.
toelichten wat de troonrede inhoudt.
uitleggen wat de rijksbegroting is
uitleggen wat de staatsschuld is en welke invloed een
begrotingsoverschot of tekort hierop hebben.
Wat gaan we leren?
Slide 19 - Slide
Prinsjesdag
is ieder jaar de derde dinsdag van september.
Prinsjesdag
Slide 20 - Slide
De troonrede
is de toespraak van de koning op Prinsjesdag voor het parlement. Dit is ieder jaar de derde dinsdag van september.
Troonrede
Slide 21 - Slide
"Het koffertje"
In het koffertje zitten de
rijksbegroting en de
miljoenennota.
De Rijksbegroting
toont de
inkomsten en uitgaven die de
rijksoverheid verwacht.
De
miljoennota
is een samenvatting en toelichting hierop.
Het koffertje
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
"Het koffertje"
Inkomsten:
€ 366,4 miljard
Uitgaven:
€ 395 miljard
Is er een begrotingstekort- of
overschot?
Er is een begrotingstekort, want
366,4 miljard - 395 miljard = 28,6
miljard tekort
Begrotingstekort- of overschot
Slide 24 - Slide
"Het koffertje"
De staatsschuld
is de schuld
van de overheid
.
Staatsschuld
Slide 25 - Slide
Begrotingstekort = uitgaven > inkomsten
Geld lenen
Bezuinigen
Belastingen verhogen
Begrotingsoverschot = inkomsten > uitgaven
Schuld aflossen
Meer uitgeven
Begrotingstekort- of overschot
Slide 26 - Slide
VRAGEN?
Slide 27 - Slide
opdrachten maken
Slide 28 - Slide
Huiswerk
Maken opdrachten paragraaf 5 en 6
alleen de toepassingsvragen (vanaf vraag 6)
Lees de theorie
Maak de opdrachten
Slide 29 - Slide
More lessons like this
Economisch bekeken - H6.6 Prinsjesdag - KGT
May 2023
- Lesson with
21 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
leerjaar 3 hst 6 les 4
April 2020
- Lesson with
13 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
De rijksbegroting
January 2019
- Lesson with
33 slides
by
Economics
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
Leerjaar 3 Voorbereiding PTA hst 6 Regelt Den Haag dat?
May 2020
- Lesson with
22 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
7.4 Hoe komt het Rijk rond?
December 2017
- Lesson with
27 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
Economie Oefentoets H5 Werk voor de overheid
January 2024
- Lesson with
46 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Kamertje verhuren OB
February 2024
- Lesson with
26 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 4
OB les 5 DNL
January 2024
- Lesson with
20 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 4