Les 1 paragraaf 1.4 weblog enwerkwoordstijd

Bloggen
1 / 24
next
Slide 1: Mind map
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bloggen

Slide 1 - Mind map

Weblog
Kenmerken van een goede blog:
- Kort (zo'n 500 woorden), met korte zinnen en alinea's 
- Mooie, rustige, bijna minimalistische vormgeving
- Beeldend
- Persoonlijke (vaak wat informele) touch
- Geef antwoorden 
- Een goede kop!


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Was dit een blog?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Video

Was dit een blog?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Video

Waarom vind je dit wel of geen aantrekkelijke blog?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Video

Was dit een blog?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Video

Waarom vind je dit wel of geen aantrekkelijke blog?

Slide 12 - Open question

Lesdoelen
Aan het eind van deze les...

  • ... kun je de werkwoordstijden ott, ovt, vtt en vvt benoemen.

Slide 13 - Slide

Wat valt je op?
Mevrouw Jeleskovic legt de opdracht uit.

Mevrouw Jeleskovic legde de opdracht uit.

Mevrouw Jeleskovic heeft de opdracht uitgelegd.

Mevrouw Jeleskovic had de opdracht uitgelegd.

Slide 14 - Slide

Werkwoordstijden
Een werkwoord kan verschillende 'tijden' hebben. Je gebruikt het ww op verschillende manieren. De manieren hebben een naam: werkwoordstijden

Er zijn vier verschillende werkwoordstijden: 

Slide 15 - Slide

Werkwoordstijden
OTT: onvoltooid tegenwoordige tijd
         Ik speel gitaar. 
VTT: voltooid tegenwoordige tijd
        Ik heb gitaar gespeeld.
OVT: onvoltooid verleden tijd
        Ik speelde gitaar. 
VVT: voltooid verleden tijd
       Ik had gitaar gespeeld.
Voltooide tijd: hulpwerkwoord (hebben of zijn) + voltooid deelwoord

Slide 16 - Slide

Stappenplan
Stap 1: Bepaal het gezegde.

Stap 2: Staat er een vorm van hebben of zijn + een voltooid deelwoord in de zin? Dit bepaalt de eerste letter. Voltooid (V) of Onvoltooid (O)

Stap 3: In welke tijd staat de persoonsvorm? Dit bepaalt de tweede letter.
Tegenwoordig (T) of Verleden (V).

Stap 4: Rond af met T voor tijd.

Slide 17 - Slide

Voorbeeld
Heb je het huiswerk al gemaakt?

  • Gezegde: heb gemaakt 
  • Heb + voltooid deelwoord (gemaakt): voltooid (V)
  • De persoonsvorm (heb) staat in de tegenwoordige tijd: tegenwoordig (T)
  • Sluit af met een T voor Tijd.
  •  VTT: voltooid tegenwoordige tijd

Slide 18 - Slide

Ik schrijf een brief.
A
ott
B
ovt
C
vtt
D
vvt

Slide 19 - Quiz

Erik wordt vandaag met de auto naar school gebracht.
A
ott
B
ovt
C
vtt
D
vvt

Slide 20 - Quiz

Ik had een brief geschreven.
A
ott
B
ovt
C
vtt
D
vvt

Slide 21 - Quiz

Het sneeuwde zaterdag urenlang.
A
ott
B
ovt
C
vtt
D
vvt

Slide 22 - Quiz

Toen het ijzelde hebben we op straat geschaatst.
A
ott
B
ovt
C
vtt
D
vvt

Slide 23 - Quiz

opdracht 
Zet de werkwoorden in de tijd die voor de zin staat.
ott (kruipen) – De kleuter .... over de houten vloer. 
ovt (proeven) – Wij  .... van de zelfgemaakte kaas. 
vtt (hebben, luisteren) – Waarom  ...... jullie niet ....? 
vvt (zijn, omlopen) – De ouders  .....  twee kilometer ..... .
ovt (vinden) - Hij ..... een uitstekend idee.  
vtt (hebben, opletten) - Jullie ..... goed ...... tijdens de les.
Antwoorden
1. kroop
2. proefden
3. hebben - geluisterd
4. waren - omgelopen
5. vond
6. hebben - opgelet

Slide 24 - Slide