Een tekst zonder fouten is niet alleen goed voor de Nederlandse taal, maar ook voor jou als schrijver. Wie foutloos schrijft, levert verzorgd werk af en neemt zijn werk uiterst serieus. En dat zegt op zijn beurt weer iets over hoe de lezers naar jou als persoon kijken. Jij bent betrouwbaar om mee samen te werken.
Onderzoek spelfouten sollicitatiebrieven: de kans op een sollicitatiegesprek bedroeg 65,6% voor wie geen spelfouten maakte, tegenover 58,1% voor degenen met twee spelfouten en 46,6% voor degenen met vijf spelfouten.
Voorkomen van miscommunicatie:
- 'betaald met tien euro': is er al betaald of betaalt de klant met 10 euro?
- 'medicatie veranderd': is de medicatie veranderd of verandert deze binnenkort?
Slide 5 - Slide
Even opfrissen....
Wat is de persoonsvorm ook alweer?
En hoe vind je de persoonsvorm ook alweer?
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Wat is de persoonsvorm? De verpleegkundige schrijft een mail naar haar leidinggevende.
A
De verpleegkundige
B
schrijft
C
een mail
D
leidinggevende
Slide 8 - Quiz
De taalverzorgingsboom
Slide 9 - Slide
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
In de tegenwoordige tijd zijn er maar drie mogelijkheden (vormen) om de persoonsvorm te spellen. Let op of het onderwerp enkelvoud of meervoud is.
Slide 10 - Slide
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
In de tegenwoordige tijd zijn er maar drie mogelijkheden (vormen) om de persoonsvorm te spellen. Let op of het onderwerp enkelvoud of meervoud is.
Controleer of je het goed hebt geschreven door het werkwoord te veranderen door een vorm van "lopen":
Loop je? Dus schrijf je ook: Vind je?
Loopt je zus? Dus schrijf je ook: Vindt je zus?
Slide 11 - Slide
Wat is de juiste spelling? Die verpleegkundige ... (vinden) ik geweldig
A
vint
B
vindt
C
vind
D
vinden
Slide 12 - Quiz
Wat is de juiste spelling? Ik hoop dat er iets spannends ... (gebeuren)
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeurdt
D
gebeuren
Slide 13 - Quiz
Wat is de juiste spelling? Dat ... (verbazen) mij niet maar het ... (verwonderen) mij wel
A
verbaast, verwondert
B
verbaast, verwonderd
C
verbaasd, verwondert
D
verbaasd, verwonderd
Slide 14 - Quiz
Persoonsvorm verleden tijd
Het Nederlands heeft sterke en zwakke werkwoorden
Sterke werkwoorden krijgen in de verleden tijd een klankverandering en je schrijft ze zo kort mogelijk.
Lopen - liepen
Slapen - sliepen
Geven - gaven
Kijken - keken
Slide 15 - Slide
Persoonsvorm verleden tijd
Het Nederlands heeft sterke en zwakke werkwoorden
Zwakke werkwoorden spel je in de verleden tijd als ik-vorm+te(n) of ik-vorm+de(n).
Let op of het onderwerp enkelvoud of meervoud is.
Slide 16 - Slide
Wanneer +te(n) / +de(n)?
* Maak het woord langer: Ik leefde of ik leefte?
* Twijfel je? --> ’t ex-fokschaap Haal -en van het werkwoord af.
Laatste letter een t, x, f, k, s, ch, p? --> ik-vorm +te(n) Laatste letter geen t, x, f, k, s, ch, p? --> ik-vorm + de(n)
Slide 17 - Slide
Let op bij werkwoorden met een v of z:
beloofde of beloofte? beloven: ‘v’ hoort niet bij ’t ex-fokschaap, dus beloofde
reisde of reiste? reizen: ‘z’ hoort niet bij ’t ex-fokschaap, dus reisde
Kijk dus altijd naar het hele werkwoord
Slide 18 - Slide
Ik ... (juichen) gisteren heel hard voor het Nederlands voetbalelftal.
A
juichte
B
juichde
Slide 19 - Quiz
De verpleegkundige ... (starten) haar dienst vorige week en ... (beantwoorden) haar e-mails.
A
starte, beantwoorde
B
startte, beantwoorde
C
starte, beantwoordde
D
startte, beantwoordde
Slide 20 - Quiz
Voltooid deelwoord
Wanneer gebruiken we het
voltooid deelwoord ook alweer?
Slide 21 - Slide
Voltooid deelwoord
Wanneer gebruiken we het
voltooid deelwoord ook alweer?
* Als je wilt vertellen dat iets al gebeurd is.
"Voltooid" betekent dat iets af is.
Slide 22 - Slide
De persoonsvorm in een zin met een voltooid deelwoord is vaak een vorm van
hebben, zijn of worden.
- Ik hebvanmorgen gezwommen.
- Ze heeftgisteren een leuk verhaal verteld.
- Ze had het verhaal zelf bedacht.
Slide 23 - Slide
Voorbeelden van voorvoegsels van werkwoorden (om een voltooid deelwoord te maken) zijn ge-, be-, ver-, ont-, mis- en her-
- Wij zijn daar al eens geweest.
- Ik heb mijn vriend begroet.
- Hij heeft me het hele verhaal verteld.
- De onderzoeker heeft een nieuw medicijn ontdekt.
- Zijn talent werd vaak miskend.
- De kat isherplaatst bij een liefdevol gezin.
Slide 24 - Slide
Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden heeft soms een klankverandering en eindigt vaak op -en
Het boek isgeschreven Ik benbegonnen Zij hebbengegeten Hij isgedwongen
Slide 25 - Slide
Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden eindigt op -t of -d.
- Ik heb de hele dag gewerkt (want de gewerkte uren)
- De groente isgekoeld (want de gekoelde frisdrank)
Maak het woord langer om het verschil te horen:
Slide 26 - Slide
Twijfel je?
’t ex-fokschaap
De brandweer heeft de brand... Blussen > Blussen > 's' zit erin > dus: geblust
Dat heb ik nooit... Beloven > beloven > 'v' zit er niet in > dus: beloofd
Slide 27 - Slide
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
* Bijvoeglijk naamwoord = Een woord dat een eigenschap of toestand van een ander woord benoemt. * Een bijvoeglijk naamwoord spel je zo kort mogelijk.
Slide 28 - Slide
Voltooid deelwoord
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Het bedrag isgestort.
Het gestorte bedrag.
De foto isvergroot.
De vergrote foto.
De werkzaamheden werdengeschat op 26 uur.
De geschatte werkzaamheden.
(Extra t voor juiste uitspraak)
De vis wasbedorven.
De bedorven vis.
Slide 29 - Slide
Persoonsvorm of voltooid deelwoord? Waarom ... Lotte jou niet?
A
gelooft
B
geloofd
Slide 30 - Quiz
Persoonsvorm of voltooid deelwoord? Wanneer ... onze opleiding naar het nieuwe gebouw?
A
verhuist
B
verhuisd
Slide 31 - Quiz
Persoonsvorm of voltooid deelwoord? Er is gisteren een ernstig busongeluk ...
A
gebeurt
B
gebeurd
Slide 32 - Quiz
Persoonsvorm of voltooid deelwoord? Heeft de arts de goedaardige moedervlek al ...?