Rekenen met Procenten en Promillen en verzekerd bedrag

Rekenen met Procenten en Promillen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Rekenen met Procenten en Promillen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je rekenen met procenten en promillen en deze toepassen in verschillende situaties.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over rekenen met procenten en promillen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Percentage om verhouding te berekenen
Percentage = deel : geheel x 100

Voorbeeld: van de 80 (geheel/alles) schoten op doel, raakt een speler er 45 (deel). Hoeveel procent van de schoten raakt hij er?

45 : 80 x 100 = 56,3%

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Van de 255 leerlingen op een school, halen 245 leerlingen een voldoende voor hun eerste toets. Hoeveel procent is dit?
A
95,5%
B
80,6%
C
96,1%
D
97,3%

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Procentuele verandering
Procentuele verandering = (nieuw - oud) : oud x 100

Als je twee (nieuwe en oude) situaties met elkaar wilt vergelijken. 

Bijvoorbeeld: eerst verdiende ik € 7,50 (oud) per uur, nu verdien ik € 8,75 (nieuw). Hoeveel procent ben ik meer gaan verdienen?

(€8,75-€7,50) : €7,50 x 100 = 16,7%

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Cirkeldiagram aflezen
Leer hoe je een cirkeldiagram 
kunt aflezen om informatie te 
krijgen over verschillende 
categorieën.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Rekenen met promillen
Promille = 1/1000

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Berekenen van een bedrag met promille
Totaalbedrag : 1000 x promille dat je zoekt

Bijvoorbeeld 6 ‰ van € 567.890 = 
€ 567.890 : 1000 X 6 = € 3.407,34

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel is 2,8 ‰ van € 250.000
A
800
B
1100
C
1000
D
700

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Uitkering bij schade
Uitkering = (Verzekerd bedrag : getaxeerd bedrag) x schade

bijvoorbeeld: Het verzekerde bedrag is € 40.000, de juiste waarde is € 50.000 en de schade is € 10.000.

Verzekeraar keert uit (€40.000 : €50.000) x €10.000 = €8.000

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
Procenten en promillen worden gebruikt om verhoudingen en veranderingen te berekenen. Cirkeldiagrammen geven informatie weer over verschillende categorieën.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 13 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 14 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.