2V Adjectives & Adverbs

1 / 13
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Let's practise describing animals, things and people!

Slide 3 - Slide

Omschrijf de kat met Engelse bijvoeglijke naamwoorden.
timer
1:00

Slide 4 - Open question

Omschrijf het huis met Engelse bijvoeglijke naamwoorden.
timer
1:00

Slide 5 - Open question

Omschrijf Beauty met Engelse bijvoeglijke naamwoorden.
timer
1:00

Slide 6 - Open question

Als je een bijwoord moet maken of wil herkennen, vraag je dan altijd af: waar zegt het iets over?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Vraag je af: waar zegt het iets over?
Mens/dier/ding = bijvoeglijk naamwoord

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Ik begrijp het verschil tussen een bijvoeglijk naamwoord en een bijwoord.
A
Ja, dat snap ik helemaal.
B
Ja, maar ik wil wel graag zelfstandig meer oefenen.
C
Ik denk het, ik wil graag samen oefenen.
D
Ik snap er helemaal niks van! Help!

Slide 12 - Quiz

(Home)work
Exercises: 14 & 15 on p. 34/35 Workbook

Slide 13 - Slide