Thema 2, H4 Schrijven

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Welke tekstdoel hoort bij een instructie?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 6 - Quiz

Waarom zouden er vaak afbeeldingen bij instructies staan?
A
Voor mensen die niet kunnen lezen.
B
Die zijn bedoeld voor mensen die geen zin hebben om te lezen.
C
Ze hebben geen nut. Ze worden bij de tekst geplaatst om het leuk te maken.
D
Zodat het duidelijk wordt wat er met de instructies bedoeld wordt.

Slide 7 - Quiz

Wat is een doe-woord?

Slide 8 - Open question

Welk doe-woord zie je in de volgende zin?

1- Verwarm 250 ml melk in een steelpan.

Slide 9 - Open question

Welk doe-woord zie je in de volgende zin?

2- Schenk de warme melk in een kom.

Slide 10 - Open question

Welk doe-woord zie je in de volgende zin?

3- Voeg vijf eetlepels Brinta toe.

Slide 11 - Open question

Welk doe-woord zie je in de volgende zin?

4- Roer de Brinta en melk goed door elkaar.

Slide 12 - Open question


Zet deze instructies in de juiste volgorde. 

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Extra opdracht
Op de volgende dia's staan schrijfopdrachten. Van de docent krijg je een  van de opdrachten. 

De opdracht stuur je via de mail op voor een beoordeling.

Slide 15 - Slide

Herhaling uit Hoofdstuk 1...

Slide 16 - Slide

Schrijfopdracht 1
Tekstvorm
Verhaal

Tekstdoel
Amuseren

Doelgroep
Kinderen t/m 10 jaar

Slide 17 - Slide

Schrijfopdracht 2
Tekstvorm
Verhaal

Tekstdoel
Informeren

Doelgroep
Volwassenen die blind zijn

Slide 18 - Slide

Schrijfopdracht 3
Tekstvorm
Fictief verhaal

Tekstdoel
Amuseren

Doelgroep
Jongeren

Slide 19 - Slide

Schrijfopdracht 4
Tekstvorm
Nieuwsbericht

Tekstdoel
Informeren

Doelgroep
Volwassenen die de krant lezen

Slide 20 - Slide