voor- en achtervoegsels

terugblik


Waar hebben we het de vorige les over gehad?
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

terugblik


Waar hebben we het de vorige les over gehad?

Slide 1 - Slide

doel
Aan het eind van deze les:
- weet je wat voorvoegsels en achtervoegsels zijn
- kun je woorden met voor- en achtervoegsels noemen
- kun je de betekenis van woorden raden met een voor- of achtervoegsel.

Slide 2 - Slide

voor- en achtervoegsels
Een voorvoegsel staat vóór een woord, waardoor het woord een nieuwe betekenis krijgt.

ON nodig
EX - baas
INTER cultureel


Slide 3 - Slide

voor- en achtervoegsels
Een voorvoegsel is geen los woord.
schoolboek - tuinstoel - chocolademelk 
(Dit zijn samenstellingen)
inter - on - a - anti - ex 
(Dit zijn voorvoegsels)


Slide 4 - Slide

voor- en achtervoegsels
Hetzelfde geldt voor achtervoegsels.

nutteLOOS
zilverACHTIG
schoonHEID
drieLING

Slide 5 - Slide

Aantekeningen
Pak je schrift en schrijf mee


Slide 6 - Slide

voorvoegsels
on =
anti =
a = 
inter = 
her =

Slide 7 - Slide

achtervoegsels
loos = 
baar = 
achtig = 

Slide 8 - Slide

voorbeeldzinnen
3 voorbeeldzinnen
(in je schrift)

Slide 9 - Slide

voor- en achtervoegsels
We oefenen met Gimkit.

Daarna maak je zelfstandig en in stilte 
de opdracht op papier en 
die lever je in.

Slide 10 - Slide

voor- en achtervoegsels
GIMKIT

Slide 11 - Slide

voor- en achtervoegsels
Schrijf deze woorden en de betekenis op.
1. intercultureel           5. buigbaar
2. oneffen                     6. sprookjesachtig
3. herdrukken              7. asociaal
4. besluiteloos             *8. internet

Slide 12 - Slide