H2 - week 47- grammatica ws H1 - les 3

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, Di, wo, vrij

Let op: 
Leg je leesboek en je laptop (dicht) op tafel
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, Di, wo, vrij

Let op: 
Leg je leesboek en je laptop (dicht) op tafel

Slide 1 - Slide

- Welkom
- Stillezen
- Grammatica woordsoorten H1 - persoonlijk en bezittelijk vnw. 

Doel: 
- Je legt uit wat een voornaamwoord is
- Je gebruikt het persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord correct.
Vandaag in de les:

Slide 2 - Slide

Stillezen
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Welk begrip hoort erbij de afkortingen?
- ZN
- BN
- BLW
- OLW
- VZ
- ZWW/ HWW
- Aanw. vnw
- Vr. vnw
- BW
Woordsoorten - De Brug

Slide 4 - Slide

De kleine kinderen lopen een houten brug op. 
ZN
BLW
BN
ZWW
OLW
VZ
kinderen
brug
De
kleine
lopen
een
houten
op

Slide 5 - Drag question


Slide 6 - Open question

Voornaamwoorden zijn woorden die iets zeggen over/verwijzen naar een persoon of ding, zonder de persoon of het ding zelf te noemen.

Persoonlijk voornaamwoord:  Ik, jij, hij, zij, het, etc.
Bezittelijk voornaamwoord: mijn, jouw, zijn, haar, etc. 
Voornaamwoorden

Slide 7 - Slide


Een persoonlijk voornaamwoord (pers.vnw) duidt een persoon, dier of ding aan: 

- zij verloren de wedstrijd; pas op, hij bijt!; ik heb het op tafel gelegd.
Persoonlijk voornaamwoord

Slide 8 - Slide


Een bezittelijk voornaamwoord (bez.vnw) geeft aan van wie iets is

Het staat altijd vóór het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort: 
jullie tuin, ons feest, jouw beste vriend.
Bezittelijk voornaamwoord

Slide 9 - Slide

Bez. en pers. voornaamwoord

Slide 10 - Slide

In het schema zie je dat je, haar, ons, jullie en hun zowel persoonlijk als bezittelijk voornaamwoord kunnen zijn. Je kunt de woordsoort bepalen door het woord te vervangen door hij, hem of zijn.

• Een persoonlijk voornaamwoord kun je vervangen door hij of hem.
– Is dit volbloedpaard van jullie? → Is dit volbloedpaard van hem? → jullie = pers.vnw

• Een bezittelijk voornaamwoord kun je vervangen door zijn.
– Dat is haar verrekijker. → Dat is zijn verrekijker. → haar = bez.vnw
Vervangen

Slide 11 - Slide

Wist je dat Frankrijk onze favoriete vakantiebestemming is?

Wat zijn de pers. en bez. voornaamwoorden?
In een zin...

Slide 12 - Slide

De lokettist overhandigde hun de kaartjes met de nummers van hun plaatsen. 

Wat zijn de pers. en bez. voornaamwoorden?
In een zin...

Slide 13 - Slide

Wat:  H1 - grammatica - persoonlijk/bezittelijk voornaamwoord
opdracht 1, 2, 3, 10 en 11
Wanneer: 2 lessen (Vandaag en volgende week 1 les)
Waar moet je op letten: Werk heel netjes en raffel het niet af, 

Weet je de woordsoorten van eerdere jaren niet meer? Kijk dan in De Brug

Aan de slag:

Slide 14 - Slide