Vwo 2 H2 Gouden Eeuw herhaling

De Gouden Eeuw
Havo 2 herhaling
1 / 21
next
Slide 1: Slide
gsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De Gouden Eeuw
Havo 2 herhaling

Slide 1 - Slide

Welke gebeurtenis zorgde ervoor dat de Europese stapelmarkt naar Amsterdam verhuisde?
A
Frankrijk en Engeland vallen de Republiek aan
B
De oprichting van de Unie van Utrecht
C
De Val van Antwerpen
D
De Vrede van Munster

Slide 2 - Quiz

Wat hoort bij handelskapitalisme?
A
Winst maken en opnieuw investeren
B
Investeren en industrie
C
Aandelen (ver)kopen en verre bestemmingen
D
Wereldeconomie en aandelen

Slide 3 - Quiz

Welk begrip hoort bij deze betekenis: "Plaats waar ingekochte producten worden opgeslagen om vandaar uit weer te worden verhandeld"
A
Oostzeegebied
B
Handelskapitalisme
C
Beurs
D
Stapelmarkt

Slide 4 - Quiz

vwo: welke handel wordt de moedernegotie genoemd?
A
de VOC
B
de oostzeehandel
C
de WIC

Slide 5 - Quiz

Welke handelsroute was het grootst qua opbrengst en aantal schepen?
A
VOC
B
WIC
C
Oostzeevaart
D
Noordzeehandel

Slide 6 - Quiz

Een schip dat vanuit de landen rond de Oostzee naar Amsterdam vaart, is geladen met:
A
wijn, textiel en vis
B
wijn en olie
C
specerijen
D
graan en hout

Slide 7 - Quiz

De VOC verhandelde vooral
A
Slaven
B
Aardappels
C
Specerijen
D
Melkproducten

Slide 8 - Quiz

Welke conclusie kun je trekken na het zien van dit plaatje met een kanon?
A
VOC mocht handelen en oorlog voeren
B
VOC maakte kanonnen
C
WIC deed aan kaapvaart
D
VOC had weinig wapens

Slide 9 - Quiz

Welke zin over de VOC is juist?
A
De VOC is gesticht in 1621
B
De Staten Generaal investeerde in de VOC
C
Iedereen kon aandelen kopen van de VOC, dus iedereen kon eigenaar zijn.
D
De VOC was een bedrijf dat aan kaapvaart deed

Slide 10 - Quiz

1. De VOC mocht ook oorlog voeren
2. Iedereen mocht handeldrijven in de gebieden van de VOC.
A
Beide zinnen zijn goed
B
Beide zinnen zijn fout
C
Alleen de tweede zin is goed
D
Alleen de eerste zin is goed

Slide 11 - Quiz

Wat is een republiek?
A
Een samenwerking van zelfstandige gebieden
B
Een land bestuurd door regenten
C
Een land zonder koning
D
Een land bestuurd door een stadhouder

Slide 12 - Quiz

Wie bestuurden de gewesten in de Gouden Eeuw?
A
Stadhouders
B
Gewone burgers
C
Winkeleigenaren
D
Loonarbeiders

Slide 13 - Quiz

Hoe heet de bijeenkomst van alle gewesten bij elkaar?
A
Gewestelijke Staten
B
Landvoogd
C
Stadhouder
D
Staten-Generaal

Slide 14 - Quiz

Wat was de Staten Generaal?
A
Het dagelijks bestuur van de republiek
B
Vergadering van afgevaardigden van de gewesten
C
Volksvertegen- woordiging
D
Vergadering van gewone burgers

Slide 15 - Quiz

Wat werd er bedoeld met driehoekshandel?
A
De handel tussen Afrika, Azië en Amerika.
B
De handel tussen Europa, Afrika en Amerika.
C
De handel tussen Europa, Azië en Amerika.
D
De handel tussen Rusland, Amerika en Afrika.

Slide 16 - Quiz

vwo: wat stond er in de Synode van Dordrecht?
A
Hoe je je volgens de regels van de kerk moest gedragen
B
Hoe verdraagzaam de Republiek was
C
Hoe wetenschap en geloof samen gingen

Slide 17 - Quiz

Wanneer was de vrede van Munster?
A
1622
B
1642
C
1648
D
1652

Slide 18 - Quiz

In het rampjaar werd:
1. de Republiek aangevallen door Engeland, Frankrijk, Keulen en Spanje
2. Raadspensionaris Van Oldenbarnevelt door een woedende menigte vermoord.
A
alleen stelling 1 is juist
B
alleen stelling 2 is juist
C
beide stellingen zijn onjuist
D
beide stellingen zijn juist.

Slide 19 - Quiz


Wanneer vond het 'Rampjaar' plaats?
A
1662
B
1666
C
1672
D
1679

Slide 20 - Quiz

Voor de toets
Let goed op:
-begrippen
-jaartallen
-belangrijke opdrachten (schema's altijd handig om te leren!) 
- kijk filmpjes via schooltv! (zoek op 'gouden eeuw') 
- laat je overhoren! 

Veel succes met leren :) 

Slide 21 - Slide