DRAMA | Les 3 Kennismaking met Tableaus Vivants met G2MHb

• Drama
• MBO
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-3
• Studiejaar 1

Myrthe      Elhana

Lizz          Maya

Karen

5
+ 2 stoelen + 1 tafel

DRAMA | LES 3 

KENNISMAKING met TABLEAUS

OPWARMER | NAMENBAL

Onze afspraken tijdens drama

1. Luister naar elkaar en praat er niet doorheen.

2. Ga voorzichtig om met elkaar en ons materiaal.

3. Blijf bij je groepje en werk samen aan de opdracht.

4. Heb respect voor elkaar.

5. Telefoon in je kluisje.

Heeft docent hand omhoog? = wees stil en luister naar de uitleg.

Bespreek kort de regels van drama.

Tijdens de vorige les heeft elke klas afspraken met elkaar gemaakt. Dit is een samenvatting van alle afspraken.

Wat gaan wij deze les doen?

• Leren wat er nodig is voor het maken van  een goed tableau: mimiek, houding en gebaar.
• Verhalen vertellen door samen tableaus te maken.

DRAMA | LES 3 

KENNISMAKING met TABLEAUX VIVANTS

TABLEAUX VIVANTS in
de Theatergeschiedenis 

• Acteurs oefenden met elkaar om een stilstaand beeld te maken, alsof het publiek naar een levend schilderij keek.

• In de vroege middeleeuwen (ca 1223) was theater vooral in de kerk.
• Bijbelse passages werden verduidelijkt voor het publiek.
• Bij vieringen en kerstgebeurtenissen. 

• In de late middeleeuwen (na 1500) werd theater in de kerk verboden.
• Artiesten vinden hun werk buiten met straattheater en parades. 

Warming-Up: verschil in mimiek

Warming-Up:
5 oren, 6 benen en 4 armen

Warming-Up:
5 oren, 6 benen en 7 armen

Maak een groepje van 5 met:

8 benen

Warming-Up:

5 oren, 6 benen en 4 armen

Maak een groepje van 5 met:

7 benen en 6 armen

Warming-Up:

5 oren, 6 benen en 4 armen

Maak een groepje van 5 met:

5 benen, 5 armen en 

7 ogen

Warming-Up:

5 oren, 6 benen en 4 armen

Maak een groepje van 5 met:

5 benen, 7 armen, 

6 ogen en 5 oren.

Speloefening:
Bekende schilderijen tot leven brengen

Wat is tableau vivant?

Jezelf bevriezen in een bepaalde handeling, personage of situatie, waardoor een levend schilderij ontstaat.

Hierbij wordt niet gesproken of bewogen.

Aandachtspunten

• Sta in evenwicht
  
• Sta helemaal stil! (met de ogen knipperen mag)
  
• Zorg dat je houding/beweging groot en duidelijk is.
  
• Standbeelden in actie zijn interessant. 

Let goed op:

Je Mimiek - Hoe is de gezichtsuitdrukking van je persoon?

Je Fysiek:
De houding - Hoe staat de door jouw gekozen persoon?

De gebaren - welke gebaren maakt hij/zij met handen en voeten, heeft je persoon een object vast?

Romy           Yorinde
Geralda      Phileine
Amy             Muriël
Sascha       Vera
Britt

9
+ 1 stoel

Kevinson       Levani

Dailey              Joel

Emmanuel    Mike

Dean                Marcel

Stan

 9
+ 1 bank

Diana          Kevinson      Mikki

Lana            Karen          Stan    

Marcel        Dean           Mike  

Emmanuel    Joel         Dailey

12

+ 1 tafel

13
+ 2 tafels

Diana          Amber        Mikki

Lana           Lizz             Elhana

Myrthe     Levani          Vera

Muriël       Phileine      Yorinde

Britt            Sasha          Amy    

Geralda     Amber        Romy

13

+ 2 tafel

Speloefening: Associatiekring

Speloefening: Associatiekring

1. één speler begint in een houding.   
2. Iemand vult het beeld aan met een houding die erbij past.
   Zo ook de 3e en laatste speler.         
3. De 1e kiest een ander om mee terug in de kring te staan.

Je zegt wat je speelt, bijv: "Ik ben een struikje".

bijv: "Ik ben een boom", "en ik ben een eekhoorn".

"Ik ben een struikje en ik neem de eekhoorn mee".

Speel ook met je mimiek en gebaren!

Speloefening: Krantenkoppen

Speloefening: Krantenkoppen verzinnen

1. één speler begint in een houding.
   
2. Kijk ook goed naar het mimiek en gebaar: wat gebeurt er?
3. Iemand vult het tableau aan met een tweede houding. Zo ook een derde, vierde en vijfde speler.
4. Het publiek kijkt goed:
   Wat gebeurt er in het tableau?
   Wat zie jij? Verzin een krantenkop!

Spelopdracht: Vakantie foto's

Spelopdracht: 

Vakantie foto's

Groepjes van: 1 verteller en spelers.

1. Begin met kort wat vertellen over de vakantie (wie-wat-waar).
   
2. Met die informatie maken de spelers snel tableau 1 .
3. De verteller kijkt en vertelt verder over de vakantie (wat zien wij?)
   + wat we in tableau 2 gaan zien.
4. Doe hetzelfde voor de tableau 3.

OPWARMER | NAMENBAL

      

• Tableau = stilstaand beeld of ook levend schilderij,
  maar je staat altijd stil. Wat wordt hiermee bedoelt?

• Waar let je op als je een tableau maakt? 

Afronding les 3  

OPWARMER | NAMENBAL

      

• Tableau = stilstaand beeld of ook levend schilderij,
  maar je staat altijd stil. Wat wordt hiermee bedoelt?

• Waar let je op als je een tableau maakt? 

Afronding les 3  

Mimiek

OPWARMER | NAMENBAL

      

• Tableau = stilstaand beeld of ook levend schilderij,
  maar je staat altijd stil. Wat wordt hiermee bedoelt?

• Waar let je op als je een tableau maakt? 

Afronding les 3  

Mimiek

Houding

OPWARMER | NAMENBAL

      

• Tableau = stilstaand beeld of ook levend schilderij,
  maar je staat altijd stil. Wat wordt hiermee bedoelt?

• Waar let je op als je een tableau maakt? 

Afronding les 3  

Mimiek

Houding

Gebaar