This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Interbellum
Herhalingsles
havo3 & vwo3
Voorbereiding op toets van 16 januari
Slide 1 - Slide
Interbellum
Slide 2 - Mind map
Welke totalitaire staten (3) zijn ontstaan tijdens het Interbellum?
Slide 3 - Open question
Sovjet-Unie
Italie
Duitsland
Nationaalsocialisme
Communisme
Fascisme
Slide 4 - Drag question
De Verenigde Staten
Paragraaf 5.2 tm 5,5
Slide 5 - Slide
Hoe worden de jaren 20 in Amerika ook wel genoemd?
A
Gay Twenties
B
Yay Twenties
C
Roaring Twenties
D
Not so Yay Twenties
Slide 6 - Quiz
Door welke van de onderstaande antwoorden kon Amerika NIET meer en daarmee goedkoper produceren in de jaren 20 ?
A
Opkomst Elektriciteit
B
Lopende band
C
Krediet
D
Efficiëntere organisatie
Slide 7 - Quiz
Wanneer was de beurskrach
A
1929
B
1925
C
1933
D
1919
Slide 8 - Quiz
Wat is een van de oorzaken van de Beurskrach?
A
Duitsland heeft te grote schulden
B
Amerikanen lenen te veel
C
Amerikanen verkopen massaal hun aandelen
D
Amerikanen kochten massaal aandelen
Slide 9 - Quiz
Wat is de New Deal?
A
Een pokerspel
B
Een verkoopplaats voor nieuwe auto's
C
Een pakket maatregelen om grote depressie tegen te gaan
D
Een verkoopovereenkomst
Slide 10 - Quiz
Deze bron gaat over de New Deal. Is de maker een voor of tegenstander?
A
Voorstander
B
Tegenstander
Slide 11 - Quiz
Kenmerkend aspect
Het totalitair karakter van het (...) politiek systeem
Slide 12 - Slide
Stalin
A
Kapitalisme
B
Communisme
Slide 13 - Quiz
Planeconomie?
A
Kapitalisme
B
Communisme
Slide 14 - Quiz
Welk woord hoort er niet bij?
A
Nieuwe economische Politiek (NEP)
B
collectivisatie
C
Stalin
D
5-Jarenplannen
Slide 15 - Quiz
Welke kenmerken van het Stalinisme zijn te herkennen in deze afbeelding?
A
censuur en collectivisatie
B
collectivisatie en persoonsverheerlijking
C
persoonsverheerlijking en terreur
D
terreur en censuur
Slide 16 - Quiz
Welk begrip past bij de bron?
A
Collectivisatie
B
Strafkamp
C
Showproces
D
Planeconomie
Slide 17 - Quiz
A
Bondgenootschappen
B
Communisme
C
Nationalisme
D
Vijandbeeld
Slide 18 - Quiz
Kenmerkend aspect
Het totalitair karakter van het (...) politiek systeem
Slide 19 - Slide
Fascisme en nationaalsocialisme
Exclusief nationaalsocialisme
Totalitair
Enige taak vrouw: baren!
Eén sterke leider
Ultranationalistisch
Geweld
Lebensraum
Jodenhaat
Slide 20 - Drag question
Hieronder staan vijf gebeurtenissen die te maken hebben met Duitsland in het interbellum. Sleep deze gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger maar later.
1
2
3
4
5
De Republiek van Weimar wordt uitgeroepen
Duitsland krijgt economische steun in de vorm van het Dawesplan
Duitsland valt Polen binnen
Kristallnacht
Hitler schaft de parlementaire democratie af
Slide 21 - Drag question
Welk van deze antwoorden is GEEN gevolg van de economische crisis in Duitsland eind jaren 20?
A
Dolkstootlegende
B
NSDAP aan de macht
C
Hitler wordt alleen heerser
D
Opkomst Concentratiekampen
Slide 22 - Quiz
Uit welke groep komt de dolkstootlegende?
A
leger
B
communisten
C
katholieken
D
conservatieven
Slide 23 - Quiz
Wat gebeurde er niet in het jaar 1923
A
inval van Frankrijk
B
Dawesplan
C
mislukte staatsgreep Hitler
D
hyperinflatie
Slide 24 - Quiz
welke twee leiders van totalitaire regimes zijn dit?
A
Stalin en Mussolini
B
Hitler en Lenin
C
Stalin en Hitler
D
Mussolini en Hitler
Slide 25 - Quiz
Wat klopt niet? Waarom groeit in het jaar 1929 de NSDAP?
A
economische crisis
B
goed gebruik van moderne media door NSDAP
C
Mein Kampf was een populair boek
D
Massabijeenkomsten van NSDAP
Slide 26 - Quiz
Wat betekent het woord NSDAP
A
nationaal socialistische Duitse arbeiderspartij
B
nationaal socialistische democratische partij
C
nationaal socialistische
Duitse Algemene partij
D
nationaal socialistische
Duitse arische partij
Slide 27 - Quiz
Bij welk begrip past deze foto goed?
A
Hyperinflatie
B
Staatsgreep
C
Demilitarisatie
D
Dolkstootlegende
Slide 28 - Quiz
Welk begrip past het best bij deze foto?
A
Nationalisme
B
Propaganda
C
Rassenleer
D
Totalitair
Slide 29 - Quiz
Wat gebeurde er met Hitler na de mislukte staatsgreep in 1923?