Monniken en Ridders - 5.3

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Belangrijk!

>Camera AAN, microfoon UIT! (alleen aan als je een vraag wilt stellen, daarna weer uit)

Programma van deze les

1. Nieuwe info 5.3

2. Herhaling van 5.1 & 5.2

3. Oefentoets ?

5.3 Machtige heren, halfvrije boeren

In de tijd van Karel de Grote was de landbouwstedelijke samenleving van de Romeinen verdwenen. Mensen leefden weer in een landbouwsamenleving. 

Na de dood van Karel was Europa minder veilig. Hierdoor zochten boeren bescherming bij machtige heren. In ruil voor bescherming moesten ze hun vrijheid gedeeltelijk opgeven. Boeren waren nu horigen (halfvrije boeren).

Waarom was Europa in de 9e en 10e eeuw minder veilig?

halfvrije boeren

Rond 800 leefden veel boeren op het domein (stuk land van) van een edele of van een klooster. Ze mochten niet zomaar weg, dat hoefde ook niet. Alles wat de mensen nodig hadden werd op het domein geproduceert: het domein was zelfvoorzienend.

In ruil voor de bescherming van de heer van het domein had de boer vaak verplichtingen en moest belasting betalen. 

Leven op een domein 

Boeren moesten belasting betalen aan de heer van het domein voor de bescherming. Dit bestond uit een deel van de oogst en een deel onbetaald werk. Dit noemen we herendiensten, bijvoorbeeld hout kappen, het huis van de eigenaar onderhouden. 

Dit was een economisch stelsel dat we het hofstelsel noemen. 

Standenmaatschappij

De samenleving was verdeeld in standen. 

De eerste en tweede stand waren de geestelijkheid en de adel. Zij hadden ook privileges (voorrechten) en heerlijke rechten. 

Dat waren dingen die alleen zij mochten doen: zoals jagen. 

De derde stand waren de boeren, zij hadden geen privileges, maar alleen plichten. 

Leg in je eigen woorden uit wat het 'hofstelsel' is.

5.1 Het leenstelsel

In 5.3 gaat het over het 'hofstelsel'.

In 5.1 hebben we het gehad over het 

'leenstelsel' 

Weet jij het verschil?

Wie was Willibrord?

1. De koning van Engeland
2. De paus van Engeland
3. Een Engelse missionaris
4. Een soldaat van Pepijn

Hoe noemden christenen de Germanen die niet in Christus geloofden?

Waar wonen de vrouwelijke monniken (nonnen)?

Huiswerk

Paragraaf 5.3

opdrachten 1-4 + 5-9

Je levert het huiswerk weer in via Teams!!

Dit doe je uiterlijk vrijdag a.s.