Hoofdstuk 6: Wat moet ik weten over het assortiment

1 / 35
next
Slide 1: Slide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Planning
  • Uitleg commercieel hoofdstuk 6
  •  Aan de slag met de studieplanner

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Bij de HEMA verkopen ze een meerdere antwoorden mogelijk
A
breed assortiment
B
diep assortiment
C
smal assortiment
D
ondiep assortiment

Slide 14 - Quiz

De Kaasboer heeft een, meerdere antwoorden mogelijk
A
breed assortiment
B
diep assortiment
C
smal assortiment
D
ondiep assortiment

Slide 15 - Quiz

Breed/ondiep assortiment

A
prijsdistributie
B
servicedistributie

Slide 16 - Quiz

Jumbo heeft een?
A
Smal en diep assortiment
B
Breed en ondiep assortiment
C
Breed en diep assortiment
D
Smal en ondiep assortiment

Slide 17 - Quiz

De Action heeft een:
A
Breed en ondiep assortiment
B
Breed en diep assortiment
C
Smal en diep assortiment
D
Smal en ondiep assortiment

Slide 18 - Quiz

Een kledingwinkel verkoopt ook sieraden. De sieraden horen bij het:
A
Randassortiment
B
Kernassortiment

Slide 19 - Quiz

Als een kledingwinkel een nieuwe lijn jeans introduceert hoort dat bij:
A
Kernassortiment
B
Randassortiment
C
Proefassortiment
D
Uitloopassortiment

Slide 20 - Quiz

Batterijen zijn een voorbeeld van:
A
Complementaire artikelen
B
Follow-up artikelen
C
Randassortiment
D
Concurrerende artikelen

Slide 21 - Quiz

In een schoenenzaak koopt iemand veters. Waar horen de veters bij?
A
Diep assortiment
B
Consistent assortiment
C
Kernassortiment
D
Randassortiment

Slide 22 - Quiz

Een artikel dat je 'erbij' verkoopt, is een
A
randartikel
B
standaardartikel
C
complementair artikel
D
concurrerend artikel

Slide 23 - Quiz

Een telefoonhoesje is een voorbeeld van een:
A
Follow-up artikel
B
een complementair artikel
C
een impulsartikel
D
een rage-artikel

Slide 24 - Quiz

Inktpatronen heb je altijd nodig voor een printer anders doet de printer het niet. Wat voor soort artikel is een inktpatroon?
A
Complementair artikel
B
Follow-up artikel
C
Impulsartikel
D
Rage-artikel

Slide 25 - Quiz

Wat zijn rage artikelen?
A
Artikelen die je snel verkoopt
B
Artikelen zijn artikelen die kort erg populair zijn
C
Artikelen die lang erg populair zijn
D
Artikelen die je niet snel verkoopt

Slide 26 - Quiz

Wat zijn impulsartikelen?
A
Waarvoor je naar de winkel ging
B
Artikelen die bij een ander artikel horen
C
Aankoop zonder dat je het van plan was te kopen
D
Artikel om iets anders beter te gebruiken

Slide 27 - Quiz

Welke uitspraak is juist?
A
A- en B- merken zijn moeilijk verkrijgbaar
B
A-merken zijn altijd beter van kwaliteit
C
A- merken zijn duurder dan B-merken
D
Huismerkproducten zijn verse producten

Slide 28 - Quiz

Wat voor merken zijn AH Excellent, AH Biologisch, en AH Basic?
A
Huismerk
B
C-Merk
C
a) Private label/eigen merk
D
B-Merk

Slide 29 - Quiz

Wat voor merk is Coca Cola?
A
B-Merk
B
A-Merk
C
Fabrikantenmerk
D
Paraplumerk

Slide 30 - Quiz

Ik weet hoe een artikel precies werkt.
A
praktische artikelkennis
B
technische artikelkennis
C
commerciele artikelkennis
D
geen artikelkennis

Slide 31 - Quiz

U kunt uw schoenen het beste inspuiten met 'regenbeschermer' is een voorbeeld van
A
Praktische artikelkennis
B
Commerciële artikelkennis
C
Technische artikelkennis

Slide 32 - Quiz

Een klant wil een auto kopen.
De verkoper zegt tegen de klant: "Deze auto is erg zuinig."
Welke artikelkennis heeft de verkoper?
A
praktische artikelkennis
B
technische artikelkennis
C
commerciële artikelkennis
D
inhoudelijke artikelkennis

Slide 33 - Quiz

De prijs van een Black Bananas Tracksuit is €149.95
Dit is een voorbeeld van:
A
Technische artikelkennis
B
Praktische artikelkennis
C
Commerciële artikelkennis

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Slide