In Werkproces 3 criteria 3 staat het volgende:
‘’Je kunt de volgende begrippen als: ‘uniek persoon’, ‘eigen identiteit’, ‘zelfredzaamheid’, ‘eigen regie’, ‘zinvolle dagbesteding’ en ‘kwaliteit van leven’ onderbouwd toepassen tijdens je professioneel handelen’’.
Voor eind dit schooljaar moeten jullie werkproces 1 tot en met 4 hebben afgerond waaronder dus werkproces 3.
Voor dit werkpad werk je criteria 3 (zoals hierboven omschreven staat) uit in verslagvorm hoe je dit ook doet bij een GO aanvraag, namelijk:
Wat heb je gedaan om het criterium aan te tonen? Benoem hier concrete praktijkvoorbeelden waaruit blijkt wat je gedaan hebt.
Hoe heb je dat gedaan?
Waarom heb je het zo gedaan. Hierbij kan je denken aan je eigen eerdere ervaringen, feedback die je ontvangen hebt van collega-medeleerling-docent- literatuur.
Wat heb je ervan geleerd van dit werkproces?
Welke bewijsstuk(ken) heb je hiervoor. Denk daarbij aan feedbackformulieren maar ook opdrachten die je voor school uitgewerkt hebt. Maak hier een overzicht van, zo specifiek mogelijk zodat je werkbegeleider en LOB-er een goed beeld krijgen.