lockdown les 3: Lezen H1 (herhaling)

GPW
Lezen H1, 2 en 3
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

GPW
Lezen H1, 2 en 3

Slide 1 - Slide

les 3
Herhaling Lezen H1: het onderwerp van een tekst

lesdoel
Je leert oriënterend lezen om het onderwerp 
van een tekst te vinden.

Slide 2 - Slide

les 3
  1. opdracht 5 (blz 69) nakijken
  2. opdracht 5 (blz 16) maken
  3. vragen?
  4. huiswerk: 6A (NN online)

Slide 3 - Slide

opdracht 5 - nakijken
1 bij het kopje Feest en Educatie
2 Voorbeelden van ‘beleven’:
de demonstraties (met een wurgslang en een vogelspin);
je kunt de dieren even aanraken.
roofvogels die los vliegen
3 Beleven is meer dan alleen kijken; je maakt iets mee. Bij het eten van insecten maak je hetzelfde mee als bijvoorbeeld hagedissen, omdat die ook insecten eten.


Slide 4 - Slide

opdracht 5 - nakijken
4 Onbekend maakt onbemind betekent: als je iets niet kent, kun je er ook niet van houden.
5 Op een evenementenpagina kun je verwachten dat wordt aangekondigd wanneer de roofvogels los vliegen en wanneer er demonstraties zijn (met de wurgslang en de vogelspin).
6 C Als je iets leert
7 Nee, want als vegetariër eet je geen dieren, dus ook geen insecten.

Slide 5 - Slide

theorie (herhaling)
Het vind je het onderwerp van een tekst?
1. Bekijk de tekst
- kijk naar de titel, foto's en plaatjes, de tussenkopjes
2. Lees de eerste alinea
3. Geef antwoord op de vraag: waarover gaat deze tekst?

Slide 6 - Slide

Bekijk tekst 5 op blz 16
Wat is onderwerp van de tekst?
1. Bekijk de tekst
- kijk naar de titel, foto's en plaatjes, de tussenkopjes
2. Lees de eerste alinea
3. Geef antwoord op de vraag: waarover gaat deze tekst?

Slide 7 - Slide

Hoe denken mensen in het algemeen over ratten?

Slide 8 - Open question

Wordt dat in deze tekst bevestigd?

Slide 9 - Open question

Welke functie heeft de titel?
A
de aandacht trekken
B
aangeven waar de tekst over gaat

Slide 10 - Quiz

Leg je antwoord uit. (waarom trekt de titel de aandacht?)

Slide 11 - Open question

Welk tussenkopje past het beste boven alinea 3?
A
Japanners
B
Slim proefje
C
Zwembad

Slide 12 - Quiz

Bedenk een tussenkopje voor alinea 4 dat vooral een aandachttrekker is.

Slide 13 - Open question

Waarom waren de Japanse onderzoekers verbaasd over de uitkomst van het onderzoek?
A
omdat de rat helpt
B
omdat de rat meevoelt
C
omdat de rat het deurtje openmaakt
D
omdat de rat kon zwemmen

Slide 14 - Quiz

Wat is het beste bewijs dat ratten kunnen meevoelen?

Slide 15 - Open question

Er zijn uitdrukkingen met het woord 'rat'. Wat zegt deze uitdrukking over het gedrag van iemand?

Slide 16 - Open question

Geef nog een uitdrukking met het woord rat erin.

Slide 17 - Open question

Uitdrukkingen met het woord 'rat' hebben een negatieve betekenis. Hoe komt dat?

Slide 18 - Open question

heb je nog vragen over
het onderwerp van een tekst?

Slide 19 - Mind map

Hoe vind je het onderwerp van een tekst?

Slide 20 - Open question

huiswerk
1) Ga naar Magister en log in op Nieuw Nederlands online. 
Daar staat opdracht 6A klaar om te maken.
2) Leer alvast H1 en H3 voor de toetsweek
en bedenk twee toetsvragen

Slide 21 - Slide