Les 2h4 17.02.2023

Welkom bij het vak Nederlands
  • Telefoon in de tas
  • We gaan direct op onze eigen plek zitten
  • Niet naar de wc tijdens de les, alleen bij hoge nood
  • Stil is ook stil.  Steek je hand wanneer je wat wilt vragen
  • Zitten volgens plattegrond (mits aanwezig) 
  • Luisteren naar elkaar als iemand anders aan het woord is 
  • Luisteren naar de docent als de docent aan het woord is



1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 24 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij het vak Nederlands
  • Telefoon in de tas
  • We gaan direct op onze eigen plek zitten
  • Niet naar de wc tijdens de les, alleen bij hoge nood
  • Stil is ook stil.  Steek je hand wanneer je wat wilt vragen
  • Zitten volgens plattegrond (mits aanwezig) 
  • Luisteren naar elkaar als iemand anders aan het woord is 
  • Luisteren naar de docent als de docent aan het woord is



Slide 1 - Slide

Mededelingen
  • Boekverslag ingeleverd?  Deadline was 29-01-2023
  • Vragen over:
  • weektaak Lezen
  • Proeftoets 
  • Leerstof bloktoets 2

Slide 2 - Slide

Vandaag
  • Stillezen 
  • Nakijken proeftoets
  • Extra uitleg nodig? 
  • Nakijken huiswerk weektaak
  • Creatieve oefening woordsoorten
  • Evaluatie

Slide 3 - Slide

Pak je boek  en begin met lezen. Geen leesboek mee? Dan krijg je een vervangende opdracht en zet ik dit in somtoday. 
Lekker lezen

timer
10:00

Slide 4 - Slide

Vorige week

- Twee tekstsoorten met een i....
i...
i.... 
- Ik kan hoofdzaken en bijzaken onderscheiden in een tekst
-Ik kan de hoofdgedachte opzoeken in een tekst
- Verwijswoorden

Slide 5 - Slide

Donderdag SO
- Ik begrijp de betekenis van verschillende schooltaalwoorden.
- Ik begrijp de betekenis van verschillende moeilijke woorden.
- Ik herken nieuwe voor- en achtervoegsels.


Let op: leer de woorden beide kanten op (zie woordenlijst op it's Learning) en leer alles van het leerstofoverzicht 

Slide 6 - Slide

Woordraadstrategieën 
Een synoniem in de tekst
Een beschrijving in de tekst
Delen waaruit het woord bestaat die je al kent
Een voorbeeld uit de tekst
Afbeeldingen in de tekst
Een woordenboek 

Slide 7 - Slide

3.11 stappenplan moeilijke woorden...

Slide 8 - Slide

verlengde instructie
Groep 1 hoofdletters 

Groep 2 verwijswoorden

Groep 3 overige

Tijdens de verlengde instructie werk je in stilte 

Slide 9 - Slide

Aan de slag 

-  Nakijken proeftoets
- Nakijken weektaak van vorige week 
- Lezen regels over gebruik hoofdletters en kleine letters .  (boek blz.82)  Beheers je dit leerdoel?
dan:Oefenen met spelling
- Klaar?  leren voor so/bloktoets, leerdoelen checken, creatieve opdracht voor woordsoorten of stillezen 







timer
20:00

Slide 10 - Slide

Evaluatie 
  1. Hoe ging het? Heb je nog wat nodig om aan de slag te kunnen?
  2. Heb je nog tips en tops voor deze of de volgende les?


Fijne dag!

Slide 11 - Slide

Herhaling samenstelling
twee of meerdere woorden aan elkaar plakken: 

fiets + sleutel = fietssleutel
operatie + kamer = operatiekamer
rode wijn + glazen = rodewijnglazen (niet: rode wijnglazen)
lange afstand + loper = langeafstandsloper (niet: lange afstandsloper)
water + leiding = waterleiding
leiding + water = leidingwater

Slide 12 - Slide

Herhaling afleiding
Een afleiding is een woord dat is ontstaan uit een ander woord. Het bestaat uit een grondwoord en voor- en/of achtervoegsels. Bijvoorbeeld: onschuldig. 

Grondwoord: ‘’schuld’’. Het voorvoegsel (het stukje vóór het grondwoord) is –on. ‘’On’’ is in het Nederlands geen zelfstandig woord. 
Het achtervoegsel (het stukje áchter het grondwoord) is –ig. ‘’Ig’’ is net zoals ‘’on’’ geen zelfstandig woord. 
Woorden als ‘’onschuldig’’, ‘’onschuld’’ en ‘’schuldig’’ zijn afleidingen van het woord ‘’schuld’’

Ook verkleinwoorden: bloempje en meervouden: bloemen en werkwoordsvervoegingen zijn afleidingen. 


Slide 13 - Slide

VOORVOEGSEL (PREFIX):

On (onschuld)
Ver (vergissen)
Her (herhalen)
Wan (wandaad)


ACHTERVOEGSEL (SUFFIX):

ing (verplaatsing)
achtig (krampachtig)
pje (bloempje)
je (kindje)
halve (derhalve)
ig (schuldig)
zaam (eenzaam)
heid (hoogheid)
loos (hopeloos)
elijk (schappelijk)

Slide 14 - Slide

Nieuwe weektaak
Herhaling theorie jaar. Maken : Opdr. 2 t/m 4 (blz. 87-90)
Opdr. 7, 8, 9, 10 (blz. 93-94)
- Ik herken hoofdzaak, bijzaak en hoofdgedachte in een tekst.

- Ik kan de kernzinnen op een andere plaats in de alinea herkennen.
- Ik kan een aantal tekstvormen herkennen.

Slide 15 - Slide

Alinea
Een alinea is een stukje tekst van een of meer regels waarin je een onderwerp behandelt. Het is een onderdeel van een grotere tekst. Alinea's worden gescheiden door een witregel. Als je een tekst indeelt in alinea's, leest een tekst veel prettiger. Vaak verdeel je een tekst in drie alinea's. De gebruikelijke indeling is dan: inleiding, kern, slot.

Slide 16 - Slide

Alineaopbouw
- Kernzin: belangrijkste zin van een alinea (1e of laatste zin)
- Rest: toelichting of voorbeelden

Slide 17 - Slide

Maar...
- Een kernzin kan ook op een andere plaats in een alinea voorkomen
- Een alinea kan ook geen kernzinnen bevatten (schoolboektekst)
- Een alinea kan twee kernzinnen hebben

Dus: vraag jezelf telkens af wat het belangrijkste is!

Slide 18 - Slide

Twee 'nieuwe' tekstvormen
- Instructie
- Infographic

Slide 19 - Slide

Instructie

Slide 20 - Slide

Instructie
- Combinatie van tekst en beeld
- Kleuren en afbeeldingen
- Stap voor stap
- Doel: instrueren (= uitleggen hoe iets in elkaar zit of moet worden gedaan)

Slide 21 - Slide

Infographic

Slide 22 - Slide

Infographic
- Combinatie van tekst en beeld
- Overzichtelijk informatie af te lezen
- Doel: informatie geven


Slide 23 - Slide

evaluatie
Evaluatie:
Hoe ging het? Heb je nog wat nodig om aan de slag te kunnen?
Heb je nog tips en tops voor deze of de volgende les?

Fijne dag!



Slide 24 - Slide