Koolwaterstoffen (2) Systematische naamgeving

Koolwaterstoffen
- verontreinigingen bij koolwaterstoffen
- systematische naamgeving moleculen
1 / 30
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Koolwaterstoffen
- verontreinigingen bij koolwaterstoffen
- systematische naamgeving moleculen

Slide 1 - Slide

Vorige les
-gefractioneerde destillatie
-kraken

Slide 2 - Slide

Kraken.
Kraken is het ontleden van een koolwaterstof molecuul onder invloed van warmte.
Dit zou er zo uit kunnen zien in een reactie:
C5H12 (g) →  C2H6 (g)  +  C3H6 (g)
 

Slide 3 - Slide

Wat voor soort ontledingsreactie is het kraken?
A
Elektrolyse
B
Thermolyse
C
Fotolyse

Slide 4 - Quiz

Deze les
Leerdoelen:

  • verontreinigingen bij koolwaterstoffen kunnen uitleggen
  • Systematische naamgeving kunnen toepassen

Slide 5 - Slide

Verbranding van stikstof en zwavel

                              S (s) + O(g) -> SO2(g)
                              N2 (g) + 2O2 (g) -> 2NO2 (g)
                              N2 (g) + O2 (g) -> 2 NO (g)

Slide 6 - Slide

Verbranding van stikstof en zwavel


NOx (g) + H2O (l) —> HNO3 (aq) salpeterzuur

Slide 7 - Slide

Verbranding van stikstof en zwavel

Slide 8 - Slide

Effect zure regen

Slide 9 - Slide

Systematische naamgeving

Slide 10 - Slide

Herhaling naamgeving:
  • een molecuulformule geeft het aantal atomen per soort aan 3 CO2
  • het cijfertje bij de atomen heet de index 3 CO2
  • de coëfficiënt geeft aan hoeveel moleculen er per soort zijn 3 CO2

Slide 11 - Slide

Sommige elementen altijd per 2
Cl2, F2, N2, H2, O2, I2, Br2
->" Cl.Brinhof "

Slide 12 - Slide

Systematische naamgeving
  • Ontleedbare stoffen
  • Logische opbouw van de naam
  • Het tweede element krijgt de uitgang -ide
  • Als beide elementen niet-metalen zijn gebruik je Griekse telwoorden.

Slide 13 - Slide

Systematische naamgeving


Uitgang

  • O   -oxide
  • F    -fluoride
  • Cl  -chloride
  • Br  -bromide
Deze uitgangen moet je kennen!
  • I   -jodide
  • S  -sulfide
  • H -hydride
  • N -nitride

Slide 14 - Slide

Metaal en niet-metaalatomen (dus geen telwoorden)
  • KCl  
1 kalium- en 1 chlooratoom: kaliumchloride
  • Na2O
2 natrium- en 1 zuurstofatoom: natriumoxide
  • MgCl2
1 magnesium- en 2 chlooratomen: magnesiumchloride

Slide 15 - Slide

Griekse telwoorden: 
  • 1 mono (laten we vaak weg) 
  • 2 di
  • 3 tri
  • 4 tetra
  • 5 penta
  • 6 hexa, 7 hepta, 8 octa, 9 nona, 10 deca
Deze telwoorden moet je kennen!
Telwoorden staan voor de atoomsoort waar ze over gaan.

Slide 16 - Slide

Niet-metaalatomen (dus wel telwoorden)
  • CO
1 koolstof- en 1 zuurstofatoom: koolstofmonooxide 
  • SO2
1 zwavel- en 2 zuurstofatomen: zwaveldioxide
  • N2O4
2 stikstof- en 4 zuurstofatomen: distikstoftetraoxide

Slide 17 - Slide

Geef de naam van deze formule
SO3
A
zwavelzuurstof
B
zwaveltrizuurstof
C
zwaveloxide
D
zwaveltrioxide

Slide 18 - Quiz

Geef de formule van deze naam:
diwaterstofmonooxide
A
HO
B
H2O
C
HO2
D
H2O2

Slide 19 - Quiz

Wat is de formule van het volgende molecuul:
A
NH3
B
N3H
C
N3H
D
3NH

Slide 20 - Quiz

Wat is de structuurformule van Stikstofdioxide
A
NO2
B
N2O
C
NO
D
NO2

Slide 21 - Quiz

Wat is de structuur formule van Zwaveldichloride
A
SCl
B
S2Cl
C
SCl2
D
S2Cl

Slide 22 - Quiz

Wat is de structuur van Fosforpentabromide
A
F5Br
B
PBr5
C
FBr5
D
P5Br

Slide 23 - Quiz

Systematische naamgeving stappenplan
Waneer je begint met de formule:
  1. Noteer het Griekse telwoord behorende bij de index van de eerste atoomsoort
  2. Zet de naam van de eerste atoomsoort hier achter
  3. Noteer vervolgens het Griekse telwoord behorende bij de index van de tweede atoomsoort
  4. Noteer het achtervoegsel behorende bij de tweede atoomsoort

Slide 24 - Slide

Wat is de systematische naam van
S2O2
A
Dizwaveldioxide
B
Dizwaveldizuurstof
C
Zwaveldioxide
D
Zwavelzuurstof

Slide 25 - Quiz

Wat is de systematische naam van
NF3
A
Stikstoffluoride
B
Stikstofdifluoride
C
Tristikstoffluoride
D
Stikstoftrifluoride

Slide 26 - Quiz

Wat zijn de covalenties van koolstof- en waterstof atomen?
A
de covalentie van C is 1 de covalentie van H is 1
B
de covalentie van C is 1 de covalentie van H is 4
C
de covalentie van C is 4 de covalentie van H is 1
D
de covalentie van C is 4 de covalentie van H is 4

Slide 27 - Quiz

Leerdoelen gehaald?
  • verontreinigingen bij koolwaterstoffen kunnen uitleggen
  • Systematische naamgeving kunnen toepassen

Slide 28 - Slide

Volgende les 
Covalentie en soorten bindingen

Slide 29 - Slide

Huiswerk
Lees t/m blz 26 in de module
maak de opdrachten op blz. 26

Slide 30 - Slide