Z4O11&Z4O12 -- 27/03/2025

• Sociale vaardigheden
• MBO
• Studiejaar 1

Z4O11 27/03/2025

Uitleg

Verander onderstaande zinnen in juiste feedback-zinnen

Je bent hier nog maar net dus logisch dat je dit fout doet.

Je moet sneller doorwerken, de zorgvrager kan er niets aan doen dat jij stagiaire bent.

Laat mij het maar doen, dit kan jij toch niet.

Dat is een domme vraag. Dit zou je nu al moeten weten.

Technieken en methoden

Welke gesprekstechnieken kennen wij?

Lees de onderstaande situaties en bepaal welke gesprekstechniek (OMA, LSD, OEN, DIK, Stiltes laten vallen, ANNA, NIVEA, of KOE) hier het beste bij past.

Tijdens een gesprek met een patiënt merk je dat je meteen een oordeel klaar hebt over diens ongezonde leefstijl.

OMA

Een collega vertelt over een lastige situatie op de afdeling. In plaats van meteen advies te geven, vat je samen wat de collega zegt en vraagt of dat klopt.

LSD

Je begeleidt een stagiaire die onzeker is over haar handelingen. Je stimuleert haar om zelf oplossingen te bedenken en laat niet meteen je eigen mening horen.

OEN

Een bewoner in het verpleeghuis vertelt over zijn eenzaamheid. Je merkt dat je geneigd bent om meteen een oplossing aan te dragen, maar je besluit bewust een paar seconden niets te zeggen.

Stiltes laten vallen

Een patiënt vertelt een emotioneel verhaal. In plaats van ‘Ja, maar…’ te zeggen, reageer je met: ‘En wat gebeurde er daarna?’

ANNA

Je bent in gesprek met een cliënt die boos is over de zorg die hij krijgt. In plaats van direct in de verdediging te schieten, blijf je rustig en laat je hem uitpraten.

NIVEA

Een student zegt: ‘Ik snap echt niet waarom we deze methode gebruiken, het werkt niet!’ Jij vraagt door met: ‘Wat maakt dat je het niet werkbaar vindt?’

DIK

Een collega vertelt over een probleem, maar je merkt dat je tijdens het gesprek vooral bezig bent met je eigen ervaringen en meningen. Je herinnert jezelf eraan om je eigen gevoelens even aan de kant te zetten.

KOE

Welke gespreksmethoden kennen wij?

Motiverende gespreksvoering

Coachende gespreksvoering

Draagvlak creërend 

Directief / top-down

Participerend / bottom-up 

Totale communicatie

SBARR

De-escalerend